Ik kijk op de kaart. Welke wijk heb ik nog niet gehad? Spoorwijk? Waar ligt dat eigenlijk?
Zo te zien naast Laakkkwartier en Moerwijk. Tijd om deze wijk eens te verkennen.
Ik neem tram 12 naar de Parallelweg en ga langs het water via de Waldorpstraat naar Spoorwijk. Overal om mij heen wordt gebouwd. Auto’s razen voorbij op de weg aan de overkant. Het is onrustig.
Vlakbij een druk kruispunt, het Hildebrandplein is een brandweerkazerne. Daarnaast staan een paar bijzondere bomen. Tijd om even stil te staan.
Na wat kiekjes gemaakt te hebben loop ik door naar de Alberdingk Thijmstraat. De straat die dwars door Spoorwijk loopt. En vanaf 1921 bestaat.
Zo op het eerste gezicht lijkt de Alberdingk Thijmstraat niet heel bijzonder. Weinig groen. En veel kale huizenblokken.
Maar dan passeer ik een opvallend bijna kitscherig wit-geel-roze gebouw met torentjes.
Als ik dichterbij kom zie ik dat dit een Hindoeïstische tempel is. Wat bijzonder. Dat heb ik nog nooit in Den Haag gezien.
Ik loop verder.
Want aan de overkant van de tempel is een parkje. En daar wil ik ook even kijken.
Het blijkt een onverwacht rustige plek te zijn met een vijver, bomen en veel groen. Een plek waar je je kan terugtrekken. Even weg van al het lawaai.
Een aantal bankjes staan onder een pergola. Voor die bankje staan apparaten. Fitness-apparatuur.
Wat heerlijk! Je kan hier al pratend aan je work-out werken. En als ik het goed begrijp is het ook te gebruiken door rolstoelers. Die kunnen gewoon aanschuiven.
Er vanuit gaande dat je geen dwarslaesie hebt.
Na tien minuten work-out hou ik het voor gezien. En loop verder.
Na wat donkere hoge huizenblokken te hebben gepasseerd kom ik bij een groene plek terecht. Een groot park. Dat blijkt Rijswijk te zijn. De Alberdingk Thijmstraat veranderd in Huis te Landelaan. Een chique naam. Een chique buurt. Aan weerszijden is alleen maar groen. Hier begint het buitenleven.
Maar ik blijf in Spoorwijk. Dit keer. En loop richting het spoor want daar zie ik volkstuintjes. Of nee, hobbytuintjes zoals ze het hier noemen.
Alles ligt er wat treurig bij. Maar ik weet zeker dat het hier in de zomer heerlijk vertoeven is.
Een vrouw met vier tassen vol boodschappen komt langs. De plastic tasjes snijden in haar vingers. Twee gele en twee witte. Zijn dit haar weekboodschappen? Of heeft ze een feestje?
Ik kijk naar rechts tussen de huizenblokken door.
Er is niet veel kleur, maar de ruimte tussen de huizen oogt rustig en vredig. En opgeruimd. Er hangt een bordje dat je hier geen balspelen mag uitoefenen.
Aan het einde van de Hildebrandstraat zie ik aan de linkerkant station Moerwijk opdoemen. Twee knaloranje kassen tekenen zich af. Duidelijker kan niet.
Maar ik ga naar rechts. Richting straat Bartje Blomhof. Want ik ben onder de indruk van de uitgebreide uitleg van deze straatnaam:
Personage uit de Camera Obscura (1839), verhalenbundel door Hildebrand, ps. van Nicolaas Beets (1814-1903).
Je vraagt je af hoe dat allemaal op een bordje past.