Er is een Japanse wetenschapper Quin Li, die onderzoek doet naar Shinrin-Yoku. Wat betekent Shinrin-Yoku in godsnaam?
Shinrin-Yoku betekent Bosbaden. Maar wat zijn Bosbaden? Bosbaden zijn wandelingen in het bos waarbij je al je zintuigen openzet:”Take a shower, a forest shower,” zegt hij daarover. Dit zou je bloeddruk verlagen, je immuunsysteem verbeteren en depressiviteit en angsten tegen gaan. Het is een soort bos-therapie: Adem diep in, wandel langzaam en voel de natuur.
Lopen in de stad heeft niet dat effect.
Je hoeft maar één keer per maand in een bos te lopen om een meetbaar effect te hebben. Hoe groter het bos en de boomdichtheid, hoe groter het effect.
Je tempo is ongeveer vier kilometer in vier uur. “Je mag ook rusten of een boek lezen,” zegt hij, “of iets eten. Als je maar bomen blijft voelen en diep adem haalt. Voel de boom met je hand, luister naar de vogeltjes, ruik de geuren.”
Het lopen in een park met bomen kan ook, maar het meeste effect heb je door in een echt bos te lopen.
De geur is een belangrijk aspect. Hij heeft monsters genomen om in zijn laboratorium de geur van bomen te ontwikkelen. En hij heeft bewezen dat als je deze geur alleen al ruikt, je bloedruk stukken naar beneden gaat.
Dus wat olie verdampen in een kamer heeft al effect. Minder dan in het bos maar toch goed voor vijftig procent.
Goed, misschien zinnig om eens naar de Scheveningse Bosjes te gaan?Weliswaar een stadspark, maar daar staan in ieder geval veel bomen.
Op mijn weg naar de Bosjes kwam ik langs een plantsoen met rozen. Een verrukkelijke geur kwam mij tegemoet. Zou dit zijn wat hij bedoelde? Blij worden van planten? Of kwam het door de dikke boom die ik passeerde?
Ik arriveerde bij het park en besloot naast de koffietent Prinsevink te beginnen. Ik zou wel zien waar mijn benen mij naar toe zouden leiden. Langzaam lopen en mijn zintuigen openzetten, daar ging het om.
Ik liep het park in. Langzaam. Om alles in mij op te nemen. Ik nam een diepe teug adem om mijn longen met overheerlijk verse boomlucht te vullen. Al bijna meteen wist ik dat er iets mis was. Een onaangenaam zoet-zure lucht wist mijn neusgaten te bereiken. Ik keek op. Wat was dit? Vol afschuw sloeg ik mijn hand voor mijn gezicht. Waren hier ook honden aan het poepen? Mijn adem stokte. Niet weer. Ik moest de neiging om over mijn nek te gaan onderdrukken. Ik kneep snel mijn neus dicht en ging rennen. Ik zag een paadje rechts. Daar ging ik in. Helaas. Ik liep recht in een web met rupsen. Ik had even geen lucht meer. Maar die vieze lucht moest uit mijn longen. Ik begon te hoesten. Ondertussen vocht ik tegen de draden in mijn haar en het kronkelig ongedierte wat een weg wist te vinden op mijn hoofdhuid en in mijn nek. Ik kon een schreeuw niet onderdrukken. Vol walging probeerde ik de beesten van mij af te schudden. Ze leken niet weg te gaan.
Ik begrijp het idee, de geur van bomen en de rust die daar van uitgaat. Bomen die vele generaties ouder zijn dan wij zelf. Ik begrijp het kalmerende effect van het lopen in het groen, je zintuigen open zetten en alles tot je nemen. En diep ademen. Maar in de parken van Den Haag is dat toch niet zo’n goed idee.
WIJ hebben het strand. Natuurlijk, daar staat geen enkele boom, dus in dat opzicht heeft het geen zin. Maar door de frisse zeewind is elk vleugje viezigheid weggevaagd en kan je in ieder geval zorgeloos je longen vullen met schone lucht. En maak mij niet wijs dat dat niet ook gezond is.
Hahaha leuk stuk. Ik probeer 2 keer per week op blote voeten over het strand en door de zee te wandelen. 30 minuten is lang genoeg om helemaal fris weer thuis te komen. Voor mij werkt dat ook beter dan de Scheveningse bosjes.
Goed idee, ga ik ook eens proberen!