Het is vroeg. Acht uur. Ik heb een missie.
Dit had ik gelezen: ‘gigantische bultrug zwemt voor de Scheveningse kust’ en ‘er is een walvis gespot op Scheveningen’.
Tijd voor mij om die bultrug ook eens te gaan bewonderen. Hoe vroeger hoe beter lijkt het me. Vissen houden niet van mensen. En niet van lawaai. Ze willen rust. Dan komen ze uit hun schulp.
Daar ga ik dan. Op weg naar het Zuiderlijk Havenhoofd (lees blog Havenhoofd, wat is dat). Met mijn rugzak en telefooncamera in de aanslag. Klaar voor een fantastische opname van een springende Bultrug op een verlaten strand.
Het is stil. Er zijn nog niet veel auto’s. Dat kan alleen maar goed zijn.
Na een half uur lopen nader ik het Zuiderstrandtheater.
Daar hoor ik wat gezoem. Ik kijk om mij heen om te zien waar het vandaan komt maar kan niks vinden. Er ligt wel een schip in de haven. Zou die dat geluid produceren?
Als ik verder loop wordt het harder.
Ik begin mij wat zorgen te maken. Want van geluiden zijn dieren niet gediend.
Ik nader het Zuidelijk Havenhoofd. Nu heb ik overzicht over het strand van Scheveningen. Vlaggen wapperen wild enthousiast in de wind. Het geluid lijkt uit een partytent te komen waar wat mensen omheen cirkelen. Het geluid is een stem die door een microfoon aan het praten is.
Teksten als ‘Beleef de zwaarste strandrace ter wereld’ en ‘Red Bull Knock Out The Hague’ vliegen mij om de oren. Dat voorspelt geen goeds. Ik kijk wanhopig om mij heen. En jawel, daar lees ik: ‘op zaterdag gaan duizend motorcrossers deze uitputtingsslag weer aan op het strand van Scheveningen. Zorg dat je er bij bent! Vanaf negen uur’.
Het is fris en er is behoorlijk wat wind. Vóór mij ligt de zee. Maar die bultrug is natuurlijk nergens te bekennen. En die zal ik voorlopig ook wel niet zien.
En gelijk heeft hij.