Ik ben niet zo van het analyseren van restaurants. Maar nou komt er toch een restaurant op mijn pad waar ik iets over wil schrijven.
Het gaat om een Ethiopisch restaurant in de Prinsestraat.
Wat is Ethiopisch eten?
Ethiopisch eten kenmerkt zich door een grote zure pannenkoek in het midden van de tafel met allerlei gerechten daarop.
Je scheurt een stuk pannenkoek af en pakt daarmee wat vlees of groente.
Met andere woorden, je eet met je handen en eet allemaal van dezelfde pannenkoek. Mensen met smetvrees hebben hier niks te zoeken.
Maar als je van een sociaal gebeuren houdt én van lekker eten, dan is dit zeker de moeite waard.
Ik heb al vaker Ethiopisch gegeten. Wat mij elke keer weer opvalt is dat ze zoiets als grauwe smakeloze linzen onherkenbaar lekker kunnen maken. En ook groenten steken ze in spannende exotische jasjes.
Zo dacht ik hier een goede keuze te maken met de mix: van alles wat. Ik zag mijn deel van de pannenkoek al voor me met vele verschillende bergjes heerlijkheden. Vergezeld van een Ethiopisch biertje in een kalebas. Dat was het idee.
De kalebas met bier hadden ze niet.
We waren aan het babbelen. Met een groepje mensen. Mijn maag knorde. Ik keek naar het aparte kleedje op de tafel.
Na een kwartier nam de vriendelijk Ethiopische vrouw de bestelling op. En wij gingen door met keuvelen. Na een half uur was het eten er nog niet. Ik had trek maar wist dat bereidingen soms lang kunnen duren. Er schoot een beeld van Portugal door mijn hoofd waar ik een keer twee uur had zitten wachten op een kip. Uiteindelijk bleek dat ze mijn kip vergeten waren. En toen waren ze op.
Waar bleef het eten nou?
Ik keek naar de deur van de keuken maar de vrouw was nergens te bekennen. Was ze in de keuken? Zou ze dat allemaal zelf koken? Dan hadden we nog wel even te gaan. Ik keek naar mijn mede tafelgenoten. Maar die leken er niet zo mee te zitten. Ik werd onrustig en verschoof mijn stoel.
Een kwartier later was het zo ver.
Een grote pannenkoek lachte ons toe. Daar kwam ze. Ze zette hem sierlijk op onze tafel. We keken alle vier gretig naar de gerechten.
Het zag er mooi uit.
Ik was gewend een volgepropte pannenkoek met vele gerechten aan te treffen.
Maar met twee hoopjes vlees, ei en wat groente moest het ook te doen zijn.
Ik keek naar de anderen. Niemand zei iets.
We namen een hap. De smaak was goed. Wel wat scherp, maar dat kan je met dit soort eten verwachten. Binnen vijf minuten had ik alles op en keek naar de anderen die nog niet klaar waren. Aan een andere tafel zaten een paar magere Ethiopiërs.
Na tien minuten waren alle gerechten op. Grote stukken week gescheurde pannenkoek waren nog in de aanbieding. Ik stortte mij op deze sompige lappen deeg. Ik had nog niet genoeg gehad. Een tafelgenoot kneedde het geheel nog een beetje tot een bal. Het werd er niet beter door.
Toen het op was kwam de vrouw glimlachend naar ons toe. “Lekker hè,” zei ze. De groente had ze speciaal voor ons gemaakt.
Ze stelde een authentieke koffie voor. Ik dacht aan die heerlijk ruikende wierook die ze altijd met de koffie serveren en zei: “ja graag.”
Meestal is het zetten van koffie een kwestie van enkele minuten.
Het bleek een enorme klus, koffie zetten en wierook aansteken.
Na een half uur kwam ze terug. Met een aardewerken kruik. “De koffie wordt gebrand,’ vertelde ze. “En daarna pas afgemaakt. Dat kost tijd.”
Er was geen wierook.
Ik keek naar de koffie. Drie slokken drap.
Ik zag dat niet iedereen zijn koffie opdronk.