Het begint mij nu wel op te vallen dat ik geregeld mensen in Den Haag zie protesteren tegen het kappen van bepaalde bomen. Natuurlijk, als je het hebt over monumentale bomen van 200 jaar oud die gezond zijn maar moeten wijken voor een trambaan, dan denk ik ook: zonde.
Maar zelfs voor individuele relatief jonge bomen maken bewoners zich hard.
Zo zag ik op de Valkenboskade dit affiche hangen:
‘Kijk………hoe mooi ik ben! Een oude dame met knokige takken en diepe rimpels. Mijn naam is Acacia. Uniek in de wijde omgeving van de Valkenboskade. Goed, ik heb een paar dode takuiteinden, maar verder verkeer ik in goede conditie. Snoei mij, maar laat mij nog een lange tijd staan om deze omgevinge te sieren!
P.S, De Gemeente Den Haag wil mij KAPPEN!’
Ik keek omhoog. Dit was de boom waar het om ging.
Vergeleken met de andere bomen had hij wel een wat ielige kroon. Maar goed, misschien kon hij met wat snoeiwerk toch weer wat voller worden.
Ik vroeg mij af waarom volgens de schrijver deze Acacia uniek was aan de Valkeboskade. Er zijn namelijke meer Acacia’s te spotten.