Krak…krak…Ik hoor een geluidje in de tuin wat ik niet kan plaatsen. Waar komt het vandaan? Ik kijk rond maar zie niks. Dan hoor ik mijn kat geluidjes maken. Hij kijkt omhoog. Ik volg de richting van zijn blik. En voila! Daar zit een echte groene halsbandparkiet. In spagaat.
Verstijfd van angst turend naar zijn grootste stadsvijand: mijn kat. Ik loop de tuin in en zie het arme diertje trillend boven mijn zelfgemaakte pindaketting hangen. Zijn pootjes wijd uit elkaar. Alsof het nog maar even duurt voordat ze uit elkaar worden getrokken. Ik moet wat doen. Maar wat? Omdat ik het beest niet bang wil maken loop ik via de andere kant naar de kat toe om die weg te halen. Voorzichtig sluip ik naar hem toe. Niet te snel. Zodat de vogel niet schrikt. In slow motion pak ik de kat op. En loop op mijn tenen weg. De vogel kijkt ons na, wacht nog even en vliegt dan bevrijd weg.
Een uurtje later zit ik in de tuin en hoor weer dat geluidje. En jawel, de halsbandparkiet. Hij zit er weer. Pinda’s te eten. Maar nu in alle rust. Op maar drie meter afstand van mij. Ik probeer hem te filmen. Hij kijkt even verstoort op maar gaat vervolgens verder met zijn bezigheid. Hij lijkt voor mij minder bang dan voor de kat.
Halsbandparkieten maken een enorm lawaai als ze met elkaar communiceren. Het lijkt op een soort rauwe schreeuw. Maar als ik hem zo zie, rustig van zijn pinda’s genietend, vind ik het een leuk beestje. Dat is anders als ik aan het slapen ben.
Tegen de dageraad wordt mijn nachtrust en die van mijn buurtgenoten dagelijks verstoord door krijsende meeuwen, schreeuwende halsbandparkieten en koerende duiven. Vooral tegen vijven in de ochtend zijn ze het meest actief. De tijd dat je je nog eens lekker wilt omdraaien.
Ik houdt van vogels , maar die uitheemse groene schreeuwers daar wordt je bloednerveus van , hier zitten ze soms uren ademloos in de bomen te schreeuwen , zeer ergerlijk , kan iemand ze niet terug sturen naar hun oorspronkelijke habitat.
O jee, dat klinkt wel heftig!