‘Een havenhoofd is een in zee uitlopende pier van een haven of het uiteinde van een havendam‘.
Een havendam?
‘Ja, dat is een constructie die er voor zorgt een gedeelte van de zee af te schermen, zodat daarbinnen een beschutte plek ontstaat voor schepen’.
Pff…geen eenvoudige kost.
‘Een havenhoofd kan ver de zee in lopen’, las ik verder. ‘Van enkele honderden meters tot een paar kilometer. Het havenhoofd zorgt ervoor dat schepen rustig en veilig de haven in en uit kunnen varen’.
Dat begrijp ik.
‘Op het uiteinde van het havenhoofd wordt vaak een havenlicht geplaatst die een beetje lijkt op een kleine vuurtoren’.
Aah.
‘In Den Haag zijn twee havenhoofden. Het noordelijk en zuiderlijk havenhoofd. Ze beschermen samen de havenmond’.
De havenmond?
Ik heb het in een eerdere blog over de kleine pier gehad. Niks kleine pier, dat had ik een havenhoofd moeten noemen.
En wel het zuidelijk havenhoofd.
Zo besloot ik er dit keer nog een keer naar toe te gaan om eens goed te kijken hoe het nou zat.
En verdraaid, daar was een bord over havenhoofden.
Nou ben ik daar al zo vaak geweest en nog nooit had ik dit bord gezien. Er stond een tekst op:
‘Het hek wordt vanaf windkracht 6 gesloten. Bij gesloten hek verboden toegang tot het havenhoofd’.
Ook dit wist ik niet. Ik had nog nooit meegemaakt dat het hek dicht was.
‘Houdt jonge kinderen aan de hand’, stond er. Ik geloof niet dat iemand zich daar aan houdt. Nou kunnen de blokken wel erg glad zijn bij regenachtig weer. Maar de weg is makkelijk begaanbaar.
Ik liep verder. Langs de havenmond?
Een inham tussen twee pieren? Waarschijnlijk toch iets te klein.
Een motorboot kwam langs. Als je goed kijkt zie je in de verte het andere havenhoofd, de noordelijke.
Ik keek nog een keer langs de blokken in het water. Sommige blokken hadden een gat in het midden. Zou dat een reden hebben?
Alsof er een pijp doorheen was gegaan.
Weer terug bij het begin van het havenhoofd stond ergens verborgen een bord met deze tekst:
Ik kom op de meest rare plekken deze dichter B tegen. Elke keer weer.