De wijk ‘Mariahoeve en Marlot’ lijkt voor de meeste Hagenaars te gaan over twee verschillende wijken. Want Marlot is een villapark en behoort met zijn buurten tot de hoogste inkomens van Den Haag. Mariahoeve daarentegen heeft veel flats en behoort tot de lagere inkomens.
Ze liggen naast elkaar, dat wel. Maar als je een bewoner van Mariahoeve vraagt in welke wijk hij woont zal hij nooit ‘Mariahoeve en Marlot’ zeggen als hij in Mariahoeve woont. Want Marlot, tja, dan moet je wel van heel goede huize komen.
En een bewoner van Marlot zal er al helemaal niet over piekeren die twee woorden in zijn mond te nemen. Mariahoeve is namelijk een beetje een buitenwijk. Gek genoeg wordt Marlot niet als een buitenwijk gezien. Nee, in Marlot woon je juist naast Wassenaar.
Met andere woorden, in Mariahoeve wil niemand wonen, in Marlot kan niemand wonen. Toch wel mooi dat deze twee tot één wijk zijn samengesmolten. Arm en rijk, blank en gekleurd.
Toch heeft Mariahoeve charme. De omgeving van de flats hebben veel groen. ’s Ochtends hoor je een symfonie aan vogelgeluiden en van het verkeer heb je weinig last.
Er zijn een paar grote straten die dwars door Mariahoeve lopen. Een daarvan is de Hofzichtlaan.
Ik heb gezocht naar de betekenis van Hofzicht. Het eerste wat in mij opkwam was de link met Paleis Huis ten Bosch wat er dichtbij ligt. Zicht op het hof of zoiets.
Maar dat bleek niet waar.
Hofzicht was ooit een boerderij. Een boerderij aan de Bezuidenhoutseweg, die haaks op de Hofzichtlaan ligt.
In mijn blog ’Uw auto is verplaatst’ wilde ik op zoek gaan naar een auto die was weggesleept. Die auto zou zich op de Hofzichtlaan moeten bevinden. Vandaar dat ik hier nu ben.
Ik start de Hofzichtlaan in Marlot bij een prachtig park, het Marlot park. Marlot is omgeven door bomen en groen. Er staat ook een oude boerderij.
Ruimte, groen, weiden, bossen. Een heerlijkheid om hier te wonen lijkt mij. Met slechts één klein nadeeltje: het geraas van het verkeer van de N44 is goed te horen.
Aan het einde van Marlot steek ik de Bezuidenhoutseweg over. Een tamelijk drukke weg. En dan kom ik meteen in Mariahoeve.
Wat een verschil met Marlot. Ik kijk naar flats en loop op een grote weg. In Marlot was het als een dorp, met zijn kleine straatjes. Hier heb ik een stadsgevoel. Of eigenlijk, meer een buitenwijk gevoel. Met veel verschillende soorten nationaliteiten, hoogbouw, kleine tuintjes, auto’s en trams die geregeld van zich horen.
Ik kijk om mij heen of ik de rode auto kan spotten (zie blog ‘Van wie is deze auto’). Ik herken hem uit duizenden met zijn stickers en zijn klein formaat.
Maar hij is in geen velden of wegen te bekennen. Dus loop ik maar verder.
Er zijn veel parkeerplaatsen naast de weg, maar vaak net achter de bosjes. De vraag is of dat parkeerplaatsen van de Hofzichtlaan zijn, of van de straatjes die daar achter liggen. Omdat ik het zeker wil weten ga ik toch maar al die parkeerplaatsen af.
Ik passeer dit beeld. Een vrouw op een stier. Bijzonder. Maar nergens is de rode auto te vinden.
Aan het einde van de straat moet ik toch constateren dat het rode autootje hier niet staat.
Of is hij naar de sloop gebracht omdat niemand hem heeft opgehaald?
Misschien staat hij toch ergens bij de Sacrementskerk in de Vogelwijk (zie blog ‘Het is gebeurd, de Sacrementskerk is niet meer‘) en zal ik nog beter moeten zoeken.
Wel zie ik deze rode prullenbak met hondenpoepzakjes. Nergens anders zie ik die zakjes nog in Den Haag. Maar hier, bij de Hofzichtlaan in Mariahoeve zijn ze wel.