Na heel wat gezoek en gebel naar vervoersmogelijkheden in Achterveld (want in het weekend rijden daar geen bussen) ben ik uitgekomen op het volgende: de regiotaxi.
Ja, de regiotaxi. Dat is eigenlijk gewoon een taxi. Die je kan bellen. Op elk uur van de dag.
Nu kan ik tenminste mijn wandeling voortzetten.
En zo vertrek ik dan eindelijk naar Amersfoort.
Ik stap uit op een modern station.
Wat mij daar het eerste opvalt zijn de stoplichten.
De stoplichten?
Ja, de stoplichten.
Want hier zijn namelijk geen mannetjesstoplichten.
Maar vrouwtjesstoplichten.
Dat ziet er vreemd uit.
Ik heb mij eigenlijk nooit beseft dat voetgangersstoplichten altijd mannetjes zijn.
Tot vandaag.
Ze hebben een jurkje aan en een staartje in. Het kan niet missen.
Wat een geëmancipeerde stad is dit.
Ik loop via de winkelstraat naar het oude centrum.
Er daar staan allemaal huizen uit een ver verleden.
Het oude huis van Johan van Oldenbarnevelt bijvoorbeeld. Ooit de landsadvocaat van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. Hij woonde hier van 1547-1564, voordat hij naar Den Haag vertrok.
Of het gebouw waar ooit het oudste ziekenhuis van Amersfoort gevestigd was (1578-1907). Die staat er ook nog.
En een stukje van de oude stadswal.
Na al deze pracht bewonderd te hebben ga ik door een poortje naar de singel.
Via wat parken loop ik de stad uit.
Iets voorbij de stad is een huis met een koffie to go. Heb je daar geen vergunning voor nodig?
Ik loop de tuin in. Ben benieuwd wat het is.
En kijk.
Er is een klein tuinhuisje omgevormd tot een rusthoek. Met koffie, thee en koekjes. Je kan daar geld in een kistje doen en even bijkomen van je wandel-of fietstocht.
Terwijl ik rustig aan het rondkijken ben hoor ik een deur open gaan. De eigenaar komt naar buiten. Hij vertelt mij dat hij een meubelwinkel heeft. En nodigt mij uit een kijkje te nemen.
Eigenlijk heb ik daar geen zin in. Maar ik loop toch even met hem mee.
Zou deze man niet genoeg klanten hebben?
Zou hij zijn klanten via de rusthoek naar binnen proberen te lokken?
Hm.
Ik weet het niet.
Maar de man kijkt niet heel blij als ik weer vertrek.
Ik vervolg mijn wandeling tussen de weilanden.
En dan raak ik ineens de weg kwijt.
Achter een boerderij wordt een nieuw pad aangelegd. Daardoor zijn de aanwijzingen van het Marskramerpad verdwenen. Ik vraag een boerin naar de weg.
Zij wijst mij een richting op. En inderdaad, na tien minuten vindt ik mijn route weer terug.
Bij een bloemenpluk boerderij besluit ik te lunchen. Ik vraag of ik aan een van de tafels mag zitten. Het terras mag nog niet open maar ik mag wel even mijn lunch oppeuzelen aan een van hun terras tafels.
Ik zie families bloemen plukken en betalen. Afrekenen in een klein stalletje zonder personeel. De prijzen staan erbij.
Zou iedereen precies het goede bedrag neerleggen? Zou er nooit gesjoemeld worden?
Ik kijk nog eens op de kaart van mijn wandeling. Ik heb nog niet veel gelopen. Deze etappe is klein. Achterveld is nog maar vijf kilometer.
Dan zie ik ineens een stippellijntje naar Hoevelaken gaan, hier niet ver vandaan.
Gek, dat is mij nog niet eerder opgevallen.
Daar is een treinstation.
Ik kijk naar de reisinformatie.
Ja, daar is een trein die ik kan nemen!
Een trein die in zeven minuten in Amersfoort is.
Oei, dat is wel heel aanlokkelijk.
Dan hoef ik geen dure regiotaxi te nemen. Ik laat het idee even bezinken. Het voelt wel goed. Maar kan ik deze etappe afbreken?
Ja, dat kan.
Na eindje door het bos gewandeld te hebben zet ik mijn wandeling voort naar treinstation van Hoevelaken.
Eerst rechts en dan naar links. Via een lang recht pad.
Die uitkomt op de Stoutenburgerlaan nummer 9.
Daar sla ik rechtsaf naar het station.
En dan zie ik dit bord.
Wat is dit?
Hooiberghutten? Om te overnachten? Op een boerderij?
Dat zou leuk zijn.
Ik wandel er naar toe.
De eigenaresse van de boerderij komt naar buiten.
En neemt mij mee naar haar tuin. Waar twee huisjes staan. Die uitkijken uit op de bossen.
Een mooie plek om wakker te worden.
“Dit zijn de hooiberghutten,” zegt ze.
Maar ik zie geen hooi.
“Het is een huisje met stapelbedden, een keukentje en een wc,” vervolgt ze.
“En je moet je eigen slaapzak meenemen.”
Ik vraag haar naar de prijs maar die blijkt veel hoger dan gedacht.
Dan maar niet.
Ik bedank haar en loop naar het station.
Langs dit huis.
En pak daar de trein naar Amersfoort.
Je krijgt de smaak te pakken he? Leuk verslag weer. Die rustplekken om koffie te drinken op een erg ga je steeds meer tegen komen. Er zijn er veel in het oosten van het land. Vaak kan je ze herkennen aan een bord met Rust Wat. Soms simpel, voor koffie en thee en soms uitgebreid met een koelkast met lekkere dingen. Dat is de gastvrijheid van mensen die wij in het westen niet meer kennen. Alhoewel je in het Westland ook veel stalletjes hebt met bloemen en groenten en een kistje om geld in te doen. De meeste mensen deugen hoor en zijn eerlijk. Ik maar er heel vaak dankbaar gebruik van. Meestal is er namelijk ook wel een toilet :))
Dat je ook gebruik kan maken van hun toilet wist ik niet. Dat is handig zeg!
Het valt mij op dat de mensen in het oosten van het land sowieso veel vriendelijker zijn.