Het is heel leuk om een benedenwoning te hebben omdat je dan een tuin hebt. Maar ook maak je sneller contact met je buren.
Mijn woning is onderdeel van een portiekwoning. Dat betekent dat je naast mijn deur een stenen trap hebt die naar de eerste verdieping gaat waar vier deuren op uitkomen.
Toen ik hier nog maar net woonde merkte ik al snel dat mijn brievenbus afgeladen was met reclamefolders die, zonder er naar te kijken, meteen de prullenbak in verdwenen. Zonde van het papier vond ik. Dus verscheen er een sticker op mijn deur met de tekst: reclamefolders, nee dank u.
Dat hielp. De brievenbus werd weer overzichtelijk.
Toen kwam het bezorgen van pakketjes.
Vele keren in de week werden pakketjes bezorgd. Vaak waren de ontvangers niet thuis. En ik, die veel thuis werkte, wel. Met als resultaat dat ik vele keren gestoord werd in mijn creatieve proces om pakketjes aan te nemen van bovenburen die niet thuis waren. De eerste keer vond ik dat nog geen probleem. Natuurlijk wou ik dat wel doen. Geef maar hier. De tweede en derde keer werd het al iets lastiger want ik zat net in een opname.
En toen het steeds regelmatiger werd en de pakketbezorger mij al begon te kennen werd het teveel. Al bij aankomst in de straat zag ik hem naar mij lachen. Met als resultaat dat als ik zijn busje zag komen aanrijden ik onder de bank dook zodat hij mij niet zou kunnen zien.
Dat was het moment dat ik smoezen begon te bedenken.
Ik wou niet meer gestoord worden. Ik wou geen pakketten weken in mijn gang hebben staan omdat mensen vergaten die op te halen.
Ik wou geen frustratie meer van gestapelde dozen in mijn armen, aanbellend bij mensen die keer op keer niet thuis bleken te zijn.
Ik wou geen irritatie meer van een overladen gang waar mijn fiets niet langs kon.
Nee dank u. Ik wou een sticker op de deur plakken.
Maar helaas had ik die sticker nog niet gezien.
En dan de deurverkopers en de collectebussen.
Ook die weten je altijd weer te vinden. Ze doen overkomen alsof het werkelijk onfatsoenlijk is als je niet voor hun product kiest. Ze bezorgen je een schuldgevoel als je hen niet in je armen sluit. Of als je ze niet onmiddellijk een flinke gift geeft.
Op zich had ik mij hierbij neer kunnen leggen, zij het niet dat ik merkte dat zowel de collectanten, de verkopers als de Jehova’s niet bij alle deuren langs gingen. Tot mijn stomme verbazing zag ik dat ze stelselmatig alle vier de portiekwoningen boven mij oversloegen. Alleen mijn deur was interessant. Was dat omdat die beneden was? Hadden ze geen zin om de trap te pakken? Hadden ze dat geld eigenlijk echt wel zo nodig?
Ik liep naar Scheveningen en passeerde dit verlossende bordje:
Nee dank u
Ik wil niks kopen
Ik wil niet lid worden
Ik wil geen abonnement
Ik zie prima door mijn ramen
Ik ruik toch niet aan mijn container
Dus blijf van mijn bel af!
Ik ga eens aanbellen om te vragen waar ze dat bordje gekocht hebben.
Hahaha die laatste zin is echt geniaal!
Dank je Roos!