Een jaar geleden was er ineens een buurttuin op de Copernicuslaan.
Buurttuin De Groene Zon.
Ik weet nog dat de eigenaar van inspriatie-café KLEUR een keer tegen mij zei dat hij daarover met de gemeente in onderhandeling was.
Leuk plan dacht ik nog. Maar dat zou zeker een meerjarenplan gaan worden.
Maar nee.
Helemaal fout.
Een paar maanden later was het zo ver!
De eerste schoppen werden in de aarde gezet.
Hoe is het mogelijk, dacht ik.
Zo snel.
Eerst waren het alleen maar stapels stoeptegels.
Die er lagen.
Maar toen werden de tegels in een patroon gelegd.
En daarna werden de patronen gevuld met kruiden en planten.
En kwamen er loopstenen tussen de patronen.
De tuin kreeg steeds meer kleur.
Een prachtige boog van wilgentakken bij de ingang maakte het af.
Ongelofelijk hoe dit zo snel tot stand aan het komen was.
De eerste keren dat ik er langsliep was het nog een beetje een modderige boel.
Maar toen kwam de zomer.
En opeens schoten de groene plantjes en bloemen omhoog.
En een paar maanden later, jawel, waren de plantjes zelfs al groot.
Tomaten, courgettes, komkommers, kruiden, koolsoorten, sla, aardbeien en frambozen waren niet aan te slepen.
De moestuin was en is in volle gang.
Vaak loop ik nu even naar de tuin. Om te kijken hoe die er bijstaat.
Er is geen hek dus je kan er zo naar binnen.
Maar op de een of andere manier voel ik toch altijd een soort schroom om door die boog heen te lopen.
Waarom eigenlijk?
Alsof die tuin niet van mij is.
Maar ik woon toch in de buurt?
Druiven, fruitbomen, bessenstruiken.
Nog een paar jaar en dan staat de moestuin vol met fruit. Als je om de tuin heenloopt zal je in de toekomst altijd wel een appeltje of een druif mee kunnen pikken.
Maar nee.
Ik ga dat toch niet doen. Terwijl ik het zo graag zou willen.
Van wie is die moestuin eigenlijk? Hoe zit dat überhaupt met stadstuinen? Wie mag daar wel en wie mag daar niet plukken?
Ok.
Toegegeven.
Af en toe pluk ik wel een blaadje Oost-Indische kers die buiten het hek begint te groeien. Dat voelt nog net goed.
Maar één van die verrukkelijk uitziende tomaatjes?
Nee.
Die niet. Die laat ik hangen.
Er is ook een plantenbibliotheek. Met plantjes die je kan meenemen.
Helaas begreep ik te laat dat een bibliotheek niet meenemen maar ruilen betekent. Zo belandde een klein tomatenplantje met één paars tomaatje toch in mijn tuin.
Ik heb al meerdere keren geprobeerd de eigenaar van KLEUR te vinden. Maar hij leek een tijd onvindbaar.
Opeens hing er een affiche.
Over een feestje.
Dat zou er komen.
Voor de buurt.
Met hapjes en muziek.
Van De Groene Zon.
Aha, dacht ik, dit is de kans om te weten te komen hoe dat met dat plukken zit.
En vandaag is het de dag.
Ik loop naar het plein.
Al van ver zie ik dat er behoorlijk wat mensen naartoe zijn gekomen.
Op dat feestje.
Gezellig.
Ik hoor ook wat Franse chansons.
Er is een gitarist.
Die zingt.
Als ik dichterbij kom zie ik op tafels de heerlijkste hapjes staan. Gemaakt van groenten en kruiden uit de eigen buurttuin.
Mensen praten met elkaar. Kinderen dartelen rond. Er hangt een gezellige sfeer.
Ik besluit op onderzoek uit te gaan. Naar de eigenaar van KLEUR. Die is er nu gelukkig wel.
Ik vraag hem hoe het zit.
Met de tuin.
Hij wijst naar iemand anders.
“Bij hem moet je zijn,”zegt hij.
Ik loop naar HEM toe. HEM blijkt een Fransman te zijn.
Wat leuk!
Hij praat goed Nederlands. Zijn naam kan ik niet onthouden.
Hij vertelt mij dat hij de tuin heeft ontworpen. Een echte recycle tuin, noemt hij het,
Ik vraag hem hoe het zit met het plukken van groenten en fruit in de tuin.
Hij vertelt dat er elke zaterdag een paar vrijwilligers uit de buurt samenkomen om aan de tuin werken.
En het is dan de bedoeling dat er op die dagen wat van de opbrengst wordt verdeeld.
“Ah,” zeg ik, “nu snap ik het. Maar, waarom heb je dat nergens opgeschreven?”
“Ja,” zegt hij, “dat is inderdaad wel een probleem. Want nu gaan mensen heel vroeg in de ochtend op pad om de tuin helemaal kaal te plukken.”
“Tjonge,” zeg ik. “Dat is geen goed nieuws.”
“Nee,” zegt hij. “En het ergste is nog dat ze niet weten hoe ze moeten plukken. Zo beschadigen ze alle planten.”
“Hm,” zeg ik,” dan zul je waarschijnlijk toch een briefje moeten ophangen.”
Hij knikt.
“Je hebt gelijk. Heb je mijn tomatensalade trouwens al geproefd?” vervolgt hij.
“Er zitten wel drie soorten tomaten in, rode, gele en paarse!”
“Wat leuk,” zeg ik.
“Die ga ik proeven!”
Ik loop naar de tafel.
Daar staat inderdaad een prachtig gekleurde salade. Met daarnaast nog zelfgemaakte toostjes, smeersels en hapjes.
Ik moet mij inhouden om niet alles in een keer op te schrokken.
Dan eerst maar wat foto’s maken. Van de mensen.
Ik vraag de Fransman of ik van hem een foto mag maken. Dat mag. Hij poseert met zijn kindje.
“Ik ben geen professionele tuinman,” zegt hij. “Maar wel een serieuze hobbyist.”
“Ik vind het een leuk initiatief,” zeg ik.
“Het brengt de mensen uit de buurt meer bij elkaar en, wie wil er nou niet verse groenten uit eigen tuin?”
Als ik naar huis terug ga vertel ik enthousiast aan mijn buurman over deze leuke tuin.
“Ach” antwoordt hij somber, “er moest wel een hele dikke, oude, mooie boom plat voor deze tuin.”
Mooi verhaal. In Moerwijk zijn wel 3 of 4 tuintjes voor bewoners en ook in de binnentuinen wordt geruïneerd. Daar staan allemaal hekken omheen. Iedereen mag mee doen, maar wel samen delen. In de Marcustuin staat ook een pizza oven. Eens per maand werden daar op zondagavond pizza’s gebakken voor de corona tijd.
Goed initiatief. En daar moeten we mee doorgaan ook al wordt er wel eens misbruik van gemaakt. Het brengt de mensen in de buurt bij elkaar.
Bedankt voor het schrijven van dit interessant artikel over De Buurttuin De Groene Zon! Misschien goed om te weten dat deze initiatief niks te maken heeft met Kleur Cafe.
Voor meer informatie, volg ons op Instagram of Facebook at Buurttuin De Groene Zon (https://www.facebook.com/Buurttuin-De-Groene-Zon-102540968554751/)
PS: Helaas de mooie boom was ziek en de gemeente heeft besloten hem te kappen om de andere bomen niet te besmetten!
Hoi Nathalie, dank je voor je informatie over de boom. Dat wist ik niet. Ik zal jullie volgen op Facebook.