’t Goude Hooft is een café- restaurant op een centrale plek in de stad.
Het gebouw heeft een chique uitstraling , maar van binnen altijd een redelijk groot ‘Van der Valk’ gehalte gekend.
Broodjes kroket met mosterd, warme chocolademelk met slagroom en pannenkoeken met stroop vlogen over de toonbank. Eenvoudig rood-wit geblokte kleedjes lagen op de tafels en een versleten jaren zeventig tapijt bedekte de vloer. Als ik het mij tenminste goed herinner. En dan al die families met luid schreeuwende onopgevoede kinderen. Zwijgende ouderen. En geïriteerde stellen.
En het rook er een beetje muffig.
Tot enkele jaren geleden.
Nu is het anders.
Ik sta voor ’t Goude Hooft en wil een foto nemen van dit oud ogend gebouw. Maar het fladderig wit-gele doek van de zonnewering wil niet stilstaan en verpest de foto.
Ik loop naar binnen. Een verrassend aangename warmte komt mij tegenmoet.
Vuren springen omhoog en omringen mij. Groene planten maken het gezellig. Het personeel knikt mij vriendelijk toe. Een uitnodiging om te gaan zitten
Een verdwaalde duif kijkt mij aan. Met een scheef kopje. Hij wil vast iets eten.
’t Goude Hooft is de oudste herberg van Den Haag. In 1423 wordt hij al genoemd: ‘In tgulde hoift’. De taveerne ligt aan de Groenmarkt, wat vroeger een groentemarkt was.
’t Goude Hooft was ooit een herberg voor mensen van buiten de stad. Een taveerne voor de bezoekers van de markten. Een ontmoetingsplaats waar ridders vergaderden.
In 1660 werd de taveerne herbouwd en voorzien van twee gouden hoofden aan de gevel.
In 1886 werd ’t Goude Hooft weer herbouwd. In de negentiende eeuw richtte de eigenaar op de eerste verdieping een herensociëteit op. Deze werd opgeheven toen er te weinig leden waren.
Voor de Tweede Wereldoorlog werd bierbrouwer Heineken eigenaar van de taveerne en wilde het vervallen gebouw afbreken. De taveerne werd herbouwd volgens de oude tekeningen, maar dan iets groter.
In januari 2012 ging ’t Goude Hooft over naar een nieuwe eigenaar. Na een ingrijpende verbouwing werd het restaurant geopend, waarbij de karakteristieke details bewaard zijn gebleven. Er werd een groot ‘binnen’ terras aan de Groenmarkt aangelegd.
Het gekke is dat ik bij een herberg automatisch denk aan een oud-Hollands interieur. Een openhaard, klompen aan de wand, een bar met een olijke aangeschoten herbergier, duiten in een zakje, leer, paarden.
Als ik nu rond kijk, is het modern ingericht.
Niet zoals ik mij een herberg voorstel, maar wel aangenaam warm om te zitten op een koude winterse dag.