Weg van huis, buiten, observeren, blijheid, schoonheid, natuur, vreemde talen, reizen, spontaan, onverwacht, verrassingen, zon, wandelen, terrassen, doelloos dwalen, mijmeren, voor je uit staren, stilte, natuurgeluiden.
Wanneer moet ik ophouden?
Ik snak naar meer ervaringen, nieuwe omgevingen, nieuwe ontmoetingen!
Maar ik weet ook dat dat waarschijnlijk nog wel even gaat duren.
Dus, tijd om de ontspanning wat dichterbij te zoeken.
Want ook in mijn eigen stad is heel wat te zien, te ervaren en te ontdekken.
Plekken die ik nog nooit gezien heb. Nooit van gehoord heb. Verborgen binnenplaatsen, achteraf paadjes, kabbelende beekjes, groene parken, kleurrijke straten, opvallende huizen, gekke beelden.
Dat ontdekte ik vandaag weer.
Verdwalen in je eigen stad.
Wandelen op plekken waar ik normaliter niet kom.
Goed. Laat ik beginnen.
De wandeling begint bij de koffiekiosk De Twee Dennen op de Loosduinseweg.
De kiosk is niet open. Maar ik heb gelukkig mijn eigen thermoskan mee genomen. En, jawel, een zakje voor het wc-papier. Want dat moet natuurlijk ook gebeuren.
Vanuit de kiosk loop ik de kade op. Langs het water. Best een rare plek om te lopen. Zo tussen de auto’s en het water in.
Maar toch is het niet zo raar.
Want het uitzicht is mooi.
Ik kijk over het water uit. Ver. Met bomen aan de overkant.
En er zijn geen wandelaars. Op dit strookje niemandsland
Er staan ook bankjes waar ik op kan zitten.
Ik kijk eens goed naar het water. Er zijn groene waterlelies!
En als ik mij voorover buig zie ik op de binnenkant van de kade allemaal roze madeliefjes.
Wat leuk.
Ik tuur even in de verte. Dan loop ik weer verder.
Bij de kruising met de Kamperfoeliestraat zijn wegwerkzaamheden.
Ik kijk hoe ik het beste de weg kan oversteken om de kade te vervolgen.
Ik zie dat ik via de rijweg kan lopen, want de auto’s laten me voorgaan. De fietsers hebben hun eigen pad.
Als ik ben overgestoken en de kade weer kan vervolgen kijk ik naar rechts. Naar de overkant van de weg. Daar is veel groen. Dat is de namelijk begraafplaats Nieuw Eykenduynen. Waar ik een uitstapje naar toe zou kunnen maken. Maar dat doe ik niet vandaag.
Er loopt daar een man met grijs haar en een blauw gevlekte jas. Hij laat zijn hond uit. De hond moet poepen en hurkt. De man wacht. En kijkt. Ik kijk ook naar de hond. De man kijkt naar mij. Ik kijk terug. Hij weet dat ik het gezien heb. Hij ruimt de poep niet op. Hij loopt door.
Ik loop ook door.
Dan zie ik aan mijn linkerhand een brug. Tijd om van richting te veranderen. Ik ga naar links, de brug over.
Maar er zijn ook anderen die dat plan hebben. Dus wacht ik geduldig. Tot zij aan de overkant zijn.
Na de brug is een weg. Die steek ik over. Dan ben ik in de Medemblikstraat.
Normaal kies ik een stoep om op te wandelen. Maar nu loop ik naar het midden van de straat waar een strook met geparkeerde auto’s staat. Maar echt nodig is het eigenlijk niet want er is hier bijna niemand in deze wijk Rustenburg.
Ik ga de eerste straat rechts, naar de Den Helderstraat. De stoep aan de rechterkant is mooi en breed.
Dat is het fijne van Den Haag. De brede stoepen. Helaas worden het er steeds minder omdat er parkeerplekken nodig zijn.
Na een tiental meters ga ik rechts een straatje in wat eigenlijk een eigen parkeerterrein voor de flatbewoners is. Maar er staat nergens dat ik er niet in mag. Dus volg ik het pad wat naar links buigt.
Tot mijn verrassing is het hier helemaal stil. En zo groen.
Ik stop even en luister naar de stilte. Alsof ik voor mijn tent sta en van de omgeving en de rust geniet.
Ik neem een diepe ademteug.
Dan hoor ik een vrouw praten. In het buitenlands. Een stem. In de stilte. Die weer verdwijnt .
Als in een klein dorpje hier ver vandaan.
Ook gaat er een deur dicht. Rustig. Van een onbekend persoon.
Geluiden komen en gaan. Vogels vullen de overgebleven stilte.
Ik loop door. Tot het einde van de flats
Ik stuit op een tuin voor bewoners. Het lijkt op een plantsoen met zijn bankjes, kronkelpaadje, groen en vogel.
Helaas is het verboden voor onbevoegden.
Ik aarzel. Eigenlijk wil ik door de tuin heen. Zal ik? Maar dat mag niet. Hm…Nou ja, voor deze ene keer dan maar even de regel overtreden.
Aan het eind van de tuin ga ik naar rechts.
Naar de Loosduinsekade. Daar ben ik uit mijn vakantieroes. Met al die auto’s.
Snel naar links en weer meteen naar links.
Rust. In de Nieuwendamlaan.
In het midden van deze laan is een groene strook. Dat lijkt mij een mooi stuk om te lopen. Op het gras. Tussen de bomen.
Vreemd. Terwijl ik omringd word door flats heb ik toch het gevoel een groene wandeling te maken.
Ik kruis de Volendamlaan en steek die over.
Daar is ook nog een stukje gras.
Ik ga de eerste straat naar rechts.
Aan de rechterkant van deze straat, de Uitgeeststraat, is een parkeerstrook. Na de parkeerstrook zie ik een pad naar rechts. Daar ga ik in. En meteen weer naar links. Ook hier is een soort binnenplaats tussen flats.
Een verscholen plantsoentje met speelmogelijkheden voor kinderen.
En heel veel vogel gekwetter.
Aan het einde van deze binnenplaats staat een verrassend oud en stijlvol gebouw. Vreemd zo tussen de flatgebouwen in. Alsof oud en nieuw bij elkaar komen. Ik vraag mij af wie hier vroeger heeft gewoond. Nu zit er er een bedrijf in.
Dan steek ik een grote weg over. En ga aan de overkant naar links en meteen weer rechts. Dat is de Laan van de Mensenrechten. Ik ben nu in de wijk Houtwijk.
Hier staan geen flats meer. Dit is een wijk met huizen. En tuinen. En auto’s voor de deur.
Wat een verschil met de vorige wijk.
Ik zie verzorgde tuintjes. Veel groen. Water.
En er is niemand. De enigen die ik tegenkom is een hardlopende familie. Maar zij gaan al snel naar rechts.
En een man verlaat zijn woning. Met een palmboom in zijn tuin. Hij knikt mij gedag en loopt naar zijn auto. Even later rijdt hij weg.
Ik steek de brede Albert Schweitzerlaan over. Een brede laan met veel bomen en water in het midden.
Hé, wat zie ik daar? Een grappig klein verscholen kindertheater. Kindertheater Kaboem.
In hun tuintje staat ook een mini-bieb met de tekst: de Verhalenboom en de openingstijden.
Een koppel laat hun hond uit. Ze hebben een prikker en een vuilniszak bij zich waar ze het vuil mee verzamelen.
De Laan van de Mensenrechten loopt nu op zijn einde. Hier is het begin van een park, ‘t Kleine Hout.
Er zijn twee bruggetjes, een links en een rechts die over de sloot gaan.
Ik neem de rechter omdat ik na de brug meteen naar rechts wil. Want daar is een zandpad. Weliswaar smal, maar aan weerskanten is gras dus kan ik bij een tegenligger makkelijk uitwijken.
Wat is het hier mooi! Met een rij van wilgen, het groen, sloten aan weerskanten, de vogels. Ik fantaseer over een boottocht die ik hier door de sloten zou kunnen maken.
Aan het eind van het pad is een weg, de Architect Dudoklaan.
Bij de naam Dudok moet ik denken aan het restaurant met dezelfde naam op de Hofweg in het centrum. Het lijkt een eeuw geleden dat ik daar voor het laatst een van hun heerlijke taarten heb geproeft.
Aan de overkant van de weg ga ik verder op een smal pad langs het water. Ook hier kan ik zowel links als naar rechts uitwijken bij een eventuele tegenligger.
Ik heb het gevoel op een hele andere plek te zijn. Ver weg van Den Haag. Midden in de natuur.
Als ik aan mijn linkerkant een houten brug zie ga ik die over en meteen naar rechts en met de bocht mee naar links.
Ik kom uit op de Architect Krophollerstraat waar ik naar rechts ga.
Daar is een brug, groter dan de vorige. En mensen. Maar de brug is breed genoeg om afstand van elkaar te houden.
Ik steek de Loosduinseweg over.
En kom in de Vruchtenbuurt. Dat hoor je al meteen aan de straatnaam. Walnootstraat.
In de Walnootstraat ga ik links van de weg lopen op een strookje achter geparkeerde auto’s.
Het is misschien een beetje smal maar daar verwacht ik de minste mensen tegen te komen. En ik loop naast het groen.
Helaas heeft een honden uitlater dit strookje ook ontdekt. Maar gelukkig kan ik optijd uitwijken.
Opeens hoor ik een stem aan de overkant. Een man verlaat een winkel en heeft een fiets in zijn hand. Hij ziet er een beetje verlopen uit.
“Wat ben je an het schrijve? Ik heb geen kenteke joh, want ik heb un fiets!” En hij buldert van het lachen.
Hij praat tegen mij.
Ik antwoord dat ik wat aantekeningen aan het maken ben. Maar dat hoort hij niet want hij is begonnen met zingen. Terwijl hij met zijn fiets al zingend de weg oversteekt.
Na een tijdje zie ik een pad wat naar links gaat. Een pad tussen bomen. Dat ziet er mooi uit!
Hier ben ik weg van de straat en de appartementencomplexen. Hier loop ik tussen groen. En water. Zo dicht bij de weg en ook weer zover.
Ik kom langs een moestuintje.
En wat later zie ik een houten speelplek voor kinderen.
Er is ook een vlonder waar je op zou kunnen zitten. Aan het water. Waar een vogel met allemaal kleintjes zwemt. Helaas is er toch ook wat vuil te bespeuren in het water.
Aan het einde van het pad kom ik uit op de Albadastraat. Hier ga ik naar rechts.
Ik steek de Thorbeckelaan over en stop in het midden. Daar is een stuk weg tussen geparkeerde auto’s.
Dat lijkt mij een goede plek om te wandelen. Deze gaat wat later over in een voetpad met veel groen.
Wat verderop, bij een kruispunt, ga ik links af naar de Okkernootstraat.
Na honderd meter kom ik uit op het Abrikozenplein. Ik herinner mij een festival wat ik hier ooit heb bijgewoond (lees meer hierover op deze blog).
Ik ga naar rechts. Dit is de Goudreinetstraat.
In de Goudreinetstraat ga ik na het Abrikozenplein de eerste links. Dat is de Bosbesstraat. Ik ben nu echt in een woonwijk. Een kindvriendelijke woonwijk. Maar veel kinderen zie ik niet. Wel veel bomen en tuinen.
Ik ga de eerste links, naar de Kornoeljestraat. Aan mijn rechterhand zie ik een stuk land met allemaal tuintjes bloemen, struiken, houten huisjes. Het is een milieueducatiefcentrum.
Leerlingen van Haagse basisscholen kunnen hier tuinieren.
Het is ook opengesteld. Er staan bankjes om van het groen en de rust te genieten.
Maar inmiddels is mijn blaas overuren aan het draaien. Doordat er geen horeca open is kan ik nergens naar de wc.
En een verdekt plekje heb ik ook niet gevonden. De nood is hoog.
Ik loop tussen de moestuinen en geparkeerde auto’s in op een heel smal stukje stoep. Hier kan ik niet ongezien door de hurken want de mensen in de hoge portiekwoningen kunnen mij zo zien.
Aan het einde van de straat ga ik rechtsaf, naar de Mient.
Daar blijf ik aan de rechterkant van de straat lopen. Dat is een hobbelige onregelmatige smalle stoep met veel groen.
Misschien dat ik hier even door de hurken kan?
Er staat een grote houten kar op een parkeerplek. Hoera! Hierachter kan niemand mij zien.
Ik kijk naar links. En naar rechts. Niemand te bespeuren. Achter mij is wel iemand zijn hond aan het uitlaten, maar die is nog veel te ver weg.
Eindelijk. Ik heb mijn natuurtoilet gevonden. Ik kan ontspannen.
Opgelucht vervolg ik mijn wandeling tot ik bij de Laan van Eik en Duinen ben. Nu ben ik officieel in de Heesterbuurt.
Deze steek ik over. Ik blijf aan de rechterkant van de weg lopen waar ik langs een stadsboerderij loop.
Ik ga hier nu maar even niet kijken.
Bij de stoplichten steek ik over en ga schuin door een parkje naar de overkant van het parkje.
Daar ga ik de Rabarberstraat in, de eerste naar links en de eerste naar rechts.
Dan ben ik in de Meidoornstraat. Die loop ik helemaal uit.
Op de muur van een schoolplein zie ik een kleurrijke muurschildering.
En wat een inventief bankje staat hier!
Aan het einde van deze straat kijk ik omhoog. Ik zie een schilder bezig op de gevel. Nee! Het is een beeld! (Lees meer hierover)
En dan ben ik weer bij de Loosduinseweg. Terug bij de koffiekiosk De Twee Dennen.
Het is weer een prachtig verhaal. Ik heb het op mijn facebook pagina gezet.
Nou, wat fijn zeg, dank je!
Mooi verhaal over een bekende en toch onbekende buurt. Alleen is de Uitgeestlaan volgens mij de Uitgeeststraat.
Dank je wel voor de tip! Ik heb het veranderd.