Daar ben ik weer! In warm Nederland.
Terwijl ik de auto aan het uitpakken ben komt er een man op een fiets aanrijden. Hij stopt naast mijn auto. En vraagt mij of de familie Nienhuis in mijn huis woont. Hij heeft grijs haar dat strak naar achteren is gekamd.
“Nee hoor, “ zeg ik, “ik woon hier.”
“Oh,” zegt hij.
“Ik heb zulke goede herinneringen aan deze plek”, vervolgt hij. “Ik heb mijn vrouw hier ontmoet.”
Ik kijk hem wat vreemd aan.
“Ja,” gaat hij verder. “Nienhuis was een schilder. Die woonde op jouw adres. In de jaren zestig.”
“Dat is een tijd geleden,” zeg ik.
“Ja,” zegt hij dromerig.
“Ik ging naar hem toe voor schilderklusjes. Terwijl mijn vrouw, die een straat verder woonde, hier geregeld televisie kwam kijken.
“Wat toevallig,” zeg ik.
“Nee, niks is toevallig,” zegt hij resoluut.
“We zijn nu niet meer samen. Maar we gaan heel goed met elkaar om.”
Hij kijkt naar de auto die ik aan het uitpakken ben. Een bestelauto waar een klein campertje van is gemaakt.
“Een werkauto,” zegt hij.
“Nee, een campertje,” zeg ik.
“Ik heb een Volkswagen busje gehad en die omgebouwd tot camper. Zo’n originele. Zonder dakverhoging.
Alles zat er in. iJskast, vloerverwarming. En daar gingen we. Overal zijn we geweest. En zonder TomTom hè! Het zit allemaal hier, in mijn koppie.
Mijn vrouw zei onlangs dat ze dat busje erg miste. Zo leuk heeft ze het gevonden.”
“Zijn jullie gescheiden,” vraag ik?
“Ja, mijn vrouw dacht dat ik verliefd was geworden op een Bulgaarse. Maar dat was niet zo. Maar vier jaar later had ik toch een relatie met haar.”
“Nou, dat is ook toevallig,” zeg ik.
“Toeval bestaat niet,” zegt hij weer.
“Ik heb moeite met Turkse mensen,” zegt hij na een kleine stilte.
O jee, denk ik. Wat zegt hij nou?
“Maar ik ben een keer naar een paragnost gegaan. Die zei dat een Turkse man in de middeleeuwen een kind van mij heeft afgepakt. En daar heb ik nog steeds last van.”
Ik zeg niets.
“Ben je gelovig,” vraagt hij?
“Nee,” zeg ik.
“Aha, nou ik heb namelijk ook voor het Rode Kruis gewerkt. Stad en land gingen we af.”
Hij praat veel deze man. Hij wil zijn verhaal kwijt. Herinneringen ophalen. Zou hij alleen zijn?
Een buurman uit de straat komt langs.
“Hoi Rob,” zeg ik.
“Hoi Barbara,” antwoordt hij.
“Woon jij allang in deze straat,” vraag ik?
“Nou, vanaf 1963.”
“Ken jij misschien ene Nienhuis?”
“Jazeker,” zegt Rob, maar die is allang dood. Die woonde daar.”
En hij wijst naar een huis twee nummers verder dan de mijne.
De man op de fiets kijkt enigszins teleurgesteld naar mijn huis. Ik ben dan toch niet de bewoner die in zijn geliefde huis heeft gewoond. Dan kijkt hij naar het huis met de gekleurde gordijntjes.
“Woonde hij daar,”vraagt hij voorzichtig?
“Ja,” zegt Rob.
“Maar daar woont nu een Chinees vrouwtje met haar zoon,” zeg ik.
“Dat klopt,” zegt Rob.
“Had Nienhuis een klein Chinees vrouwtje,” vraag ik de man?
“Ja, hij had een klein vrouwtje,” zegt hij.
Maar dan bedenk ik mij ineens dat deze vrouw mij verteld heeft dat ze hier in de jaren tachtig is komen wonen.
Maar dat vertel ik hem maar niet.
Hij vertelt uitgebreid over zijn werkverleden. Ik staar naar zijn strak aangetrokken riem onder zijn dikke buik. Dat moet toch heel warm zijn met dit weer.
“Ik ben Meester timmerman geweest,” zegt hij.
“Wat mijn ogen zien maken mijn handen.”
Enkele regendruppels vallen naar beneden. Eindelijk wat frisse lucht, denk ik.
“Ken je de Liebèrtiestoel,” vraagt hij?
“Nee,” zeg ik, “ik weet niks van meubels.”
(Later begrijp ik dat hij Liberty stoel bedoelt.)
Ook vraagt hij of ik Rietberg ken wat na wat onderzoek Rietveld blijkt te zijn.
Ik probeer hem voorzichtig uit te leggen dat ik door wil gaan met de auto uitpakken omdat het begint te regenen.
Gelukkig begrijpt hij de hint.
“Ik kom nog wel eens terug,” roept hij vrolijk en fietst weg.
Nou Barbara dat is een leuk begin,
Hebben julllie het fijn gehad?
De vakantie is bij mij alweer weggezakt.
We zitten weerzin het ritme.
Liefs ook voor Femke🍀💋🍀
Hoi Frida! We hebben het heerlijk gehad. Op de terugweg ook nog even langs Nico en Riva gegaan. Wij zijn nog maar een paar dagen terug. Dus het is nog even na-genieten.
Wat een lekker weertje hier hè?!
Mooie woordconstructie (‘weerzin’= weer in)
D