Moe van het vele werk en het werk wat nog op zich laat wachten loop ik boekhandel Paagman binnen opzoek naar een rustig plekje, vergetend dat ik hier te maken heb met uitlopers van stakend onderwijzend Nederland. Met andere woorden, het is hier stampvol met kinderen.
Het café van Paagman ‘Kicking Horse Café’, normaliter de stilte coupé itself, is bezaait met tosti etende kinderen en bellende moeders. Waar je normaal een kopje thee aan de bar kan bestellen, krijg je nu een nummer mee. “Het komt eraan,” krijg ik te horen.
Ik ga puffend opzoek naar een plekje. Veel ruimte is er niet. En rust al helemaal niet.
Paagman is een heerlijke boekwinkel. Met een nog ouderwets grote collectie. Eén van de weinigen die nog is overgebleven na de internetgekte.
Ik voel me een beetje een verrader met mijn laptop op mijn schoot. Hier zou ik op z’n minst een boek moeten pakken en onder genot van een kopje thee mij moeten verdiepen in hun eindeloze collectie. Maar inplaats daarvan zit ik ordinair te internetten.
Zeker, de computer is handig, ontzettend handig zelfs voor vele dingen. En, ja, je kan ook even snel het nieuws lezen. Maar hoe heerlijk is het om een artikel uit de krant te knippen en het nog eens na te lezen.
Je kan op je computer ook van alles bewaren. Eindeloos zelfs. Giga- en terabytes stapelen zich op. Kinderen van nu hebben over tachtig jaar een niet te overziene database van vergeten bewaarde linkjes.
Uitgeknipte krantenartikelen verdwijnen na het lezen ook in een doos. En één doos worden al snel twee dozen. Twee dozen worden in een mum van tijd tien dozen en voor je het weet puilt je boekenkast uit met een onoverzichtelijke hoeveelheid van overvolle gescheurde dozen.
Maar op z’n minst weet je dat bij elke verhuizing deze dozen weg doet.
Bij de computer is dat niet.
Want, als je een nieuwe computer koopt verhuist je hele databank mee naar je nieuwe computer. We hebben tegenwoordig namelijk clouds. Een soort bewaardoos in de lucht. Waar héél veel in kan. En als de cloud vol is kopen we gewoon meer ruimte.
Zo heb ik in eerste instantie talloze recepten opgeslagen. Maar inmiddels is die lijst zo groot geworden dat ik mijn specifieke recepten niet meer kan vinden en frustratie de overhand krijgt. “Waar is dat rot recept nou,” denk ik vaak.
Ik loop naar de kookboeken hoek toe. Met vettige vingers een bladzijde van het kookboek omslaan terwijl je staat te koken. Of even in de index kijken om je te laten inspireren.
Natuurlijk, het boek kent ook zijn beperkingen. Je kan een boek niet voor je laten zoeken. Dat moet je zelf doen. Internet kan dat wel.
Daardoor kan je altijd wel iets vinden waar je iets mee kan. Met andere woorden, bij het internet krijg je wat jij wil. Bij het boek krijgt je wat het boek wil.
Daardoor kom ik toch steeds vaker uit op een recept wat ik op internet heb gevonden. Of eigenlijk, wat internet voor mij heeft gevonden. Ik zet de computer dan op de keukentafel om het recept bij de hand te hebben. Maar elke keer blijkt het scherm van mijn computer in de slaapstand te willen als ik mijn recept lees.
Opeens klinkt Stevie Wonder schallend door de ruimte. Wat? Een boekwinkel met muziek?
Rechts van mij liggen kranten die je kan lezen. Je hoeft niet in te loggen of een wachtwoord te onthouden. Ook de cookies hoef je niet te accepteren. Je kan zo aan die tafel gaan zitten en lezen wat er allemaal in de wereld gebeurt.
En als je daar genoeg van hebt loop je naar de boeken, pakt de krimi waar je thuis in bezig bent. En vervolgt het lezen.
Ik kijk omhoog naar een glazen dakraam. Het regent. En toch zijn de kinderen ineens weg. Het is half drie. De tijd dat de scholen sluiten. Ze mogen naar huis.
Met kleine oogjes sta ik op. Het scherm eist zijn tol. Ik loop naar buiten en ben blij dat ik weer teksten kan lezen zonder computerlicht.
Elektriciteit op elk gebied? Sanitair?