De Haagse stadstuin Emma’s Hof in het Regentessekwartier is een heerlijke plek. Vooral als het zonnetje schijnt.
En je de tijd hebt.
Ik ga zitten. Op deze stoel. En kijk om mij heen.
Wat een bloemen!
In de poort hangt een affiche op de muur.
‘Het Nationaal Theater repeteert vanaf 26 april in Emma’s Hof. Geef ze de ruimte’.
Goh, dat is bijzonder! Het Nationaal Theater repeteert hier! Op deze plek. Waar ik ook vaak kom.
Ik hoop dat ik ze een keer kan zien.
Ik lees verder.
Het stuk waar ze mee bezig zijn heet ‘Oorlog in de Weimarstraat’.
Dat is toevallig. Ik heb een jaar geleden een blog over de Weimarstraat geschreven.
Dat ging over de verborgen criminaliteit in de Weimarstraat.
Het gekke is dat het maar over een heel klein stukje Weimarstraat gaat. Het deel waar vier coffeeshops zijn. Het foute stukje.
Maar het is ook een leuk stukje.
Want mijn visboer zit daar. En mijn Turkse winkel.
Als je niks zou weten zou je niks opvallen in die straat. Waarschijnlijk weten velen Hagenaars er ook niks van.
Ik heb het ook nooit geweten.
Tot dat ik twee jaar geleden bij ‘Wij Weimar’, een wijklaboratorium op bezoek kwam en daarover hoorde.
(Klik op deze link om de blog daarover te lezen).
Ik kijk op mijn horloge.
Ja, het is tijd om te gaan.
Ik moet ook nog naar het centrum. Naar de winkels.
Na vijftien minuten lopen arriveer ik in de winkelstraat.
Waar ik niet de enige ben.
Ik moet even in de rij staan.
Na tien minuutjes mag ik naar binnen.
Een vriendelijke jongen vraagt of hij mij kan helpen.
Ik zeg ja.
En dan begint het pasproces.
O, wat heb ik daar toch een hekel aan. Broek uit, broek aan. Knoopjes dicht, knoopjes open. Hokje in, hokje uit. Advies sus, advies zo.
Uiteindelijk, na een bezweet half uur besluit ik een mooie blauwe spijkerbroek te kopen. Die eigenlijk wat te strak zit. Maar, zegt de verkoper, ze lopen allemaal uit.
Ok.
Dan maar hopen dat dat ook echt zo is.
Ik reken af en puf buiten even uit.
Het is wat.
Op naar een rustig plekje om bij te komen.
Dat is de Haagse Bluf. Vlakbij.
De Haagse Bluf is net zoals Emma’s Hof een fijne plek. Een plek waar je heerlijk weg kan soezen. Waar je je in Frankrijk waant. Met koffie. Mooie gebouwen. En vogeltjes.
Ik ben er al een tijd niet meer geweest. Op dit verborgen stukje Den Haag waar maar weinig toeristen weet van hebben.
Ik loop door de poort naar binnen.
Food Hallen?
Wat zie ik nou?
Wat is dat voor tekst. Die ken ik helemaal niet.
Eethallen?
Dat belooft niet veel goeds.
Ik loop aarzelend verder. Stapje voor stapje.
En dan.
Tja.
Terrassen, terrassen en nog eens terrassen.
Met lonkende kelners en jonge hippe mensen. Grote matten, fitness apparatuur. Schreeuwende menukaarten, vrolijke muziek.
Weg met de stilte. Weg met de rust.
Haagse Bluf is niet meer.
Geen krantje meer in de ochtend op het enige terrasje wat daar is.
Weg pareltje.
(Lees deze blog om te zien hoe het hier een jaar geleden was).
Wat is dat nu jammer dat Haagse Bluf zo veranderd is. Door Corona ben ik nu al anderhalf jaar niet meer in Den Haag geweest. Hoop er binnenkort weer te komen. Mijn broer die in Den Haag woont vertelde ons indertijd over Haagse Bluf. We zijn gaan kijken, het was er zo mooi. Ik herinner me vooral een heel grote ruimte waar kunstenaars inzaten, veel grote Boeddha beelden. Later zat hier volgens mij een kledingwinkel in. De laatste keer dat wij er door heen liepen was er al wat leegstand. Wat jammer dat het er nu zo druk en eentonig is geworden.
Zo leuk dat je erover geschreven hebt.
Dank je Geri!
Ja, het is erg zonde.
Probeer Emma’s Hof eens. Ken je dat? Is ook een hele mooie plek.