In de Witte de Withstraat in het Zeeheldenkwartier hangt een beeld aan de gevel. Als je langs fietst of haast hebt, zie je het niet. Want het hangt hoog. Maar als je het wel gezien hebt valt je op hoe groot en bijzonder het is. Het is een man op een gele tram.
Dit beeld, wordt zowel ‘De man op de gele tram’ als ‘De dwaas op de tram’ genoemd.
Waarom de dwaas?
Omdat het lijkt alsof een wat sullige man zich stevig vasthoudt aan de tram. Maar deze man is alles behalve dwaas of sullig.
Wie is deze man?
Het beeld is in 1989 ontworpen door Aris Bakker. Het is een afbeelding van admiraal Witte Corneliszoon de With, (1599-1658), een Nederlandse zeevaarder.
Over deze zeeheld is niet veel geschreven. En wat er wel over hem geschreven is is vaak niet positief: een jaloerse, ruziezoekende en harde man.
Vreemd, want in dit beeld op de gevel komt hij heel zachtaardig over.
De With zit niet voor niets op een gele tram. Tot aan 1961 liep de gele tram, lijn vijf, door deze eens zo drukke winkelstraat.
De straat is nu gevuld met portiekwoningen. Er zijn geen winkels meer. En niks doet daar ook nog aan denken. De straat is smal. Eenrichtingsverkeer. Want meer ruimte is er niet.
Verschillende maatregelen maakten in de jaren zeventig een einde aan de winkels. Zo werd er bijvoorbeeld een fietsroute aangelegd waardoor winkeliers hun klandizie kwijtraakten.
Witte de With had als bijnaam ‘Dubbelwit.’ ‘Dubbelwit’ op de ‘Gele Tram’.
Dubbelwit had in zijn jonge jaren veel verschillende baantjes. Zo werkte hij als lijndraaier, knopenmaker, zijdewerker, wantsnijder, zeilmaker, touwslager en kleermaker. Maar nergens was hij echt succesvol en op zijn zestiende besloot hij daarom voor een carrière op zee te gaan. Net als veel andere zeehelden begon hij zijn carrière als scheepsjongen, in dienst van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
En hij schopte het ver.
Maar als kapitein was De With niet geliefd bij zijn bemanning. Zijn straffen aan boord waren zo meedogenloos dat er geregeld bemanningsleden deserteerden. Bij nieuwe campagnes had hij hierdoor soms zelfs moeite voldoende bemanning te vinden. Zeelui deden liever dienst bij een wat mildere kapitein.
De Gele Tram waar hij op zit, is de tram die tussen 1925-1961 van Leiden via Wassenaar naar Den Haag reed.
De naam Gele Tram was gebruikt om niet in verwarring te raken met de Blauwe Tram, die op veel plekken reed.
‘De Gele Tram reed elk half uur en ’s morgens vroeg elke twintig minuten. Je kon het ook redelijk laat maken, want het ene eindpunt deed hij om middernacht aan en het andere om 0.20 uur. Dan moest je wel een uur eerder ingestapt zijn, want zo lang deed de Gele Tram er over om van de Haven in Leiden naar de Turfmarkt in Den Haag te komen. Maar ja, het was goedkoper dan met de bus. In juni 1948 kostte een busretourtje tussen Den Haag en Wassenaar zeven dubbeltjes. Nam je over dezelfde afstand de tram, dan kostte dat maar vier dubbeltjes’.