“En toen probeerde hij lucht uit zijn gaatje te knèpe (knijpen).” De man op het terras bij strandtent Zuid lacht en maakt een voorbeeld van een in ademnood zijnde man met een hand om zijn hals.
Of, ik heb teveel krimi’s gelezen, of we hebben hier met een heuse engerd te maken.
Hij zit bij een clubje vlotte dertigers met korte broek tot knie, half lange haren, verwarde lokken, paardenstaart en zonnebril. Goed getrainde lichamen. De man met zijn verhaal heeft kortgeknipt haar met uitgegroeide stoppelbaard. Hij is grijzend met een buikje. Daarin wijkt hij af van de anderen. Hij is ouder. Verder heeft hij een vetrol in zijn nek en praat met zijn mond vol. Hij eet een broodje ondefinieerbare substantie.
Op het strand wat verder weg doet iemand aan yoga. Op je handen en voeten blijven staan. Dat is zijn uitdaging. Begrijp ik. Met je billen omhoog.
Het is alsof hij naakt is. Ineens stopt hij met zijn oefening. Hij is naakt. Zou hij mij hebben zien kijken? Hij doet een boxershort aan.
De enge man op het terras lacht. Alsof zijn eigen keel dichtgeknepen wordt, een diepe rochelende lach.
Hij draagt een horloge. Een degelijk beschaaft mannenhorloge met een zwart bandje.
“Hij is al heel lang dood. En dat moeten ze ook zo houden”, zegt hij. Die zin begrijp ik niet.
Opeens kijkt mij recht aan. Oh god, heeft hij door dat ik hem bestudeer? Een gele zonnebril weerspiegelt mijn persoon.
Hij draagt een afzakkende broek met panter motief. Zijn armen en onderrug zitten vol met tattoos. Hij gaat met zijn rug naar mij toe zitten.
Jammer, nu hoor ik hem niet meer.
De man met staart lacht. Een geforceerde lach. Dat is raar. Mannen onder elkaar hoeven toch nooit hun best te doen? Of heb ik het fout?
De man met verwarde lokken staat op:” Hé gasten, later!” Ja, zo praten mannen onder elkaar. Kort en bondig. Geen woord teveel. Klep klep…hij sloft weg op zijn slippers.
“Hij ziet er goed uit,” zegt de man met half lange haren. “Je ziet dat hij traint. Maar hij moet wel vaker in de spiegel kijken, want als je zijn bovenrug ziet…”
De enge man staat op en slaat op zijn buik. Hij heeft een blauw ’t shirt aangetrokken.
“Ik ben wat dik. Maar Henk, ik zweer het je. Massa.” En hij slaat weer een paar keer lachend op zijn buik.
“Wat was jij dik hè,” antwoord de staartman. “Teveel massa, verkeerde massa,” antwoord de enge man. “Maar toen ben ik gestopt met alcohol. Weeg nu nog maar zesenzeventig kilo.” “Weeg jij nog zesenzeventig kilo,” herhaalt de staartman? “Ja, mijn stofwisseling is wat traag,” antwoord de enge man wat beteuterd.
“Ik dwing mijzelf elke dag een bord havermout te eten,” zegt de staartman. “Daar kan je een hele dag op gaan.”
De serveerster komt langs. Het valt stil. Ze vraagt of de mannen nog wat willen bestellen.
Tot mijn grote verbazing willen er twee gemberthee. Gemberthee is een vrij heftig modern superfood power drankje, wat vooral populair is bij hipsters en gezondheidsfreaks. Inclusief mijzelf.
Ik dwaal af naar het strand. De yogaman is er nog. Hij ligt nu op zijn buik te genieten van de zon.
Ik hoor weer zijn uitknepen lach.
Gelukkig is het heerlijk weer op het strand en is er een zacht aangenaam muziekje op de achtergrond. Ik draai mij om. Een fris windje geeft de nodige verkoeling.
De yogaman houdt het voor gezien. Hij kleedt zich aan. Ik zie een wat flodderige roze doek om zijn middel verschijnen met een vaal geel ’t shirt. O jee, het is een vrouw.
Recht voor mij is een palmboom in het zand geplant. Hij staat daar zielig en alleen.
Ik besluit dat het welletjes is en loop naar binnen om af te rekenen.