De Monsterseweg is een weg die van Den Haag naar Monster gaat. Een weg waar auto’s zestig kilometer per uur mogen rijden. Auto’s razen dus iets sneller voorbij dan in de stad. Zij het niet dat er bijna geen verkeer is.
Kijk, een bos dovenetels.
Dovenetels lijken op brandnetels maar hebben witte bloemetjes en prikken niet. Vroeger plukte ik de bloemetjes van de Dovenetel en dan zoog ik het druppeltje honing uit het steeltje. Soms deed ik twee bloemtjes tegelijk in mijn mond om de smaak nog intenser te laten zijn.
Ik probeer dat nu weer te doen. Maar ik proef niets. Zijn mijn smaakpupillen wat verouderd?
Aan de rechterkant van de weg is een rood fietspad. Na een tijdje lopen zie ik daar een groen draaihek met huisje met daarachter een bos. Natuurgebied ‘Van Leydenhof’ staat er op het bordje.
Ik loop naar binnen. Een mooie tuin ligt achter het huisje verscholen. Verder zie ik velden met bloemen en bomen. Ook is er een paaltje met een rode pijl voor een te volgen wandelroute van drie kilometer. Die ik zou kunnen volgen maar ik heb meer zin om een beetje te gaan dwalen.
Ik loop door smalle bospaadjes tot ik op een open plek kom. Vreemd genoeg is hier allemaal hei.
Ik loop verder. En daar ontwaar ik zowaar allemaal Hyacintenvelden. Waarschijnlijk ben ik ongemerkt het Hyacintenbos ingelopen.
Daarna kom ik uit op een groot grasveld met bankjes. Daar staat het Landhuis Ockenburgh waar ik al eerder iets over heb geschreven.
Ik besluit daar mijn schrijfpauze te nemen. Althans, niet in het landhuis zelf maar bij Kasserie Ock wat daar achter ligt.
Er hangt een affiche met aankondiging voor een zondagmiddag: jazzconcert met aansluitende daghap voor twaalf euro. Niet veel geld.
Ik kijk naar het terras Kasserie Ock. Een grote kas met daarin een brasserie.
Hun moestuin ligt voor de kassen inplaats van in de kassen. Grappig concept.
En met een heerlijke zonnetje in mijn gezicht lijkt het mij een goed idee mijn zondagmiddag hier te spenderen.