Ik ben het beu. Al zeven maanden heb ik een hamstringblessure. En het gaat maar niet over.
Ik heb het een en ander gelezen over bepaalde hardloopschoenen. Die je ook voor het wandelen kan gebruiken.
Ze imiteren het lopen op blote voeten.
Teenschoenen. Vingerschoenen. FiveFingers. Ik weet eigenlijk niet hoe je dit soort schoenen noemt.
Het schijnt dat je daar beter door gaat lopen. Mensen met blessures en mensen die vaak zwikken zijn hierbij gebaat.
Je moet het wel langzaam opbouwen heb ik begrepen. Want je gebruikt al je voetspieren. En dat is even wennen.
Maar een feit is dat ze er idioot uit zien. Moeilijk om aan te trekken. Je tenen wijd uit elkaar trekken. En koud zijn in de winter.
Maar dan heb je wat.
Dus, toch maar proberen.
En wat blijkt?
Ze lopen heerlijk!
Takjes knisperen onder je voeten. Het zachte zand. Grassprieten. De koele tegels.
Het is alsof er een velletje over je voeten heen is getrokken. Alsof je op zachte kussentjes loopt.
Ik besluit eens een rondje in het centrum te proberen. Op de vroege ochtend. Met deze vingerschoenen.
Ik doe eerst wat rekoefeningen. Op de Brouwersgracht. Om op te warmen.
Dan hoor ik een auto naderen. Er is verder nog weinig verkeer.
Een politiebus.
Die stopt naast mij. Het raampje wordt opengedraaid.
“Gaat het wel goed met u?” vraagt een jonge politieagent bezorgd.
“Jazeker,” zeg ik.”Ik doe wat oefeningen.”
De politieman kijkt naar beneden.
“Gave schoenen heeft u aan!”
Hij kijkt mij nu lachend aan. Een andere politieman op de voorbank en de politiemannen op de achterbank willen de schoenen nu ook zien. Zij rekken hun nek uit om te kijken.
Ik til mijn voet wat op zodat zij mijn rechterschoen kunnen zien.
“Is het niet koud zo’n schoen?” vraagt de jonge politieagent.
“Ja,” zeg ik. “Ik moet ook snel doorlopen.”
“Ok.”
Hij draait het raampje dicht.
En rijdt weg.
Ik kijk nog even op mijn telefoon. Om iets te checken.
Een man met een sigaret in zijn mond komt langs.
“Alles goed?” vraagt hij. En hij kijkt naar mijn schoenen.
“Ja hoor,” zeg ik.
“Mooi,” zegt hij en hij loopt verder.
Het is koud. Negen graden. Mijn enkel boven het schoentje is koud. De verkoopster vertelde mij dat je daar geen last van hebt als je wandelt. Omdat je voeten warm worden van het wandelen.
Ik loop verder.
Om op te warmen.
En passeer het hofje Om en Bij.
Hofjes zien er altijd gezellig uit. Dit is een van de weinige hofjes in Den Haag waar niet een hoge muur omheen staat. Hier kan je gewoon naar binnen kijken.
Twee fietsers komen langs.
“Koud hè vandaag,” zegt de ene fietser tegen de andere. En weg zijn ze.
Als ik links de gracht op ga zie ik een zwerver tegen een boom zitten. Met een sigaret in zijn hand. Hij heeft grijs haar en blote voeten in zijn sandalen. Hij zwaait naar mij.
Als ik dichterbij komt maakt hij het gebaar van een aansteker. Hij vraagt of ik een vuurtje heb. Maar dat heb ik niet.
Ik loop door. Naar de Boekhorststraat. Daar zijn steeds meer leuke kleine winkeltjes. Er hangt een raar beeld boven een deur.
Erg stoer van je op.op five finger shoes te gaan lopen in november. Ik hoop dat het een gunstig effect zal hebben op je blessure. Sterkte daar mee. Groet, Ellen.
Dank je Ellen! Ik hoop het ook.