Alles wordt kleiner. Het is stil op straat.
Er staan planten op straat maar niemand laat zich zien. Je mag de plantjes meenemen. Ze zijn gratis.
Ook staat er een eigengemaakte zandbak voor de allerkleinsten op de stoep. Zonder kinderen.
Wekenlang heb ik niet meer in een café gezeten. Het geluid van mensen, muziek, kletterende kopjes. Hoe was het ook al weer?
Ik luister naar opnames van een half jaar geleden. En word omringd door geluiden.
Als ik naar de opname luister lijkt een vergeten wereld voor me open te gaan. Heimwee overvalt me. De tijd dat alles nog normaal was. En zo gewoon.
Ik word blij als ik naar deze geluiden luister. Alsof het leven zich weer een beetje laat zien.
Een vrouw voor mij nadert een man in een rolstoel. De man rookt. De vrouw is erg dun en heeft ingevallen wangen. Ze lacht en vraag de man om een trekje van zijn sigaret.
“Betalen,” zegt hij.
“Doe normaal joh, ik ga je toch niet betalen voor een heissie van je sigaret?”
Weet je wat deze dingen kosten tegenwoordig? Betalen.”
“Nou, je bent niet lekker. Hoeveel wil je er voor hebben?”
“Twintig cent voor een trekje.”
En hij steekt zijn hand naar voren.
Zij nadert hem zonder schroom. En haalt twintig cent uit haar achterzak.
Dan neemt ze gretig een trekje van zijn sigaret.
Ik kijk ze verbijsterd aan. Ze lacht naar me.
Dan loopt ze weg en roept nog iets uit de verte.
De man kijkt haar na en rolt de andere kant op.