Ik loop in de straat naast de Grote Kerk in het centrum.
De straat heet ‘Rondom de Grote Kerk’. Maar het gekke is dat die aan de overkant ‘Riviervismarkt heet’. Hier begrijp ik niks van. Waarom zijn er twee namen voor één straat?
Ik kijk op het internet.
En dan begint mijn tamelijk ongecompliceerde wandeling te veranderen in een verwoede zoektocht.
Er rijdt naast mij een tram. Dat heeft wel iets leuks. Met de tram het centrum in. Maar ook iets onrustigs.
Dit lees ik.
Omdat er vroeger tegen de Grote Kerk aan kleine huisjes stonden, heet dat stukje straat nu ‘Rondom de Grote Kerk’.
Maar naast de Grote Kerk was ook een riviervis markt. Daarom heet dat stuk nu ‘Riviervismarkt’.
Tja. Een strijd tussen twee stoepen van een straat. De ene stoep heet ‘Rondom de Grote Kerk’ en de andere stoep heet ‘Riviervismarkt’.
En om het nog gecompliceerder te maken was er ook nog een markt voor zeevis. Die markt heette Visbanken. Visbanken waren permanent overdekte stalletjes. Deze straat, ‘Visbanken’, ligt dwars op de ‘Riviervismarkt’. Maar aan de overkant van ‘Visbanken’ heet de straat weer ‘Schoolstraat’.
Wat een verwarring!
Als ik verder het centrum in loop, kom ik erachter dat er nog veel meer markt straatnamen zijn. Natuurlijk om te beginnen de Grote Markt.
In 1614 werd op deze plaats een marktplein aangelegd waar de groente- en fruitmarkt werd gehouden. In dezelfde periode groef men een gracht, waardoor de Grote Markt per schip bereikbaar werd. In 1642 werd er nog een tweede gracht aangelegd, de Prinsegracht. Deze verbond de stad met het Westland. De boeren uit het Westland konden zo eenvoudig hun waren naar Den Haag vervoeren en de Grote Markt groeide uit tot de belangrijkste markt van de stad. Naast groenten en fruit werd er ook koren, boter en kaas verhandeld. Hiervoor werden grote handelshuizen gebouwd zoals het Koorenhuis en het Boterhuis.
Tussen 1881 en 1903 werd de Prinsegracht samen met de meeste andere binnengrachten gedempt. De Grote Markt werd in 1938 verplaatst naar de Schilderswijk, en heet nu de De Haagse Markt (zie blog ‘Haagse Markt’).
Maar er waren ook veemarkten.
.
De Varkenmarkt bijvoorbeeld.
En dan heb je nog de de Kalvermarkt, de Turfmarkt, de Korte Beestenmarkt, de Lange Beestenmarkt, de Houtmarkt, de Groenmarkt. En waarschijnlijk heb ik nu heel veel markten nog niet gehad.
Het duizelt mij. Was Den Haag dan één grote markt in de 17de eeuw?
‘In de Boterwaag (boterhuis) werd van ’s morgens vroeg tot 13.00 gehandeld in boter en kaas. De werktijden werden aangegeven door het luiden van een klokje. De stichting Carillon Den Haag bood, vanwege haar veertig-jarig bestaan in december 2012, een nieuw klokje aan. Het werd op dertig augustus 2013 door burgemeester J. van Aartsen onthuld. Sindsdien klinkt het iedere werkdag om 13.00 één minuur’.
Heb je geen foto van het Boterklokje?
Dat is een goede! Ik ga er achteraan..