Ik las een artikel in het plaatselijke krantje van Den Haag ‘De Posthoorn’. Dat ging over een muzikant van een band die ik niet kende: gitarist Joop Roelofs van de band Q 65.
Hij zou worden geëerd met een muurschildering (graffiti) op een elektriciteitshuisje.
En daar werd mijn interesse gewekt.
Ik heb namelijk enkele blogs besteed aan graffitikunst in Den haag: Street Art, Straatmuzikant Chuck Deely, en Molen de Korenaer. Op de één of andere manier fascineert mij dat onderwerp.
Tijd om naar de muurschildering van Joop Roelofs te lopen. Dacht ik. Normaal loop ik niet naar aanleiding van een krantenartikel. Ik laat mij namelijk meestal leiden door mijn intuïtie (lees mijn blog over intuïtief wandelen).
Maar dit keer leek het mij een uitdaging het eens zo te proberen.
Op weg daar naartoe liep ik tegen een straatnaambordje op die ik opvallend vond:
Zouden ze dit met elke verandering van een straatnaam doen?
Ik moest ineens denken aan de discussie rond het Stadionplein in Amsterdam. Dat willen ze veranderen in het Johan Cruiffplein. Het zou wat zijn als er zou staan: Johan Cruiffplein, voorheen Stadionplein.
Het is leuk om op straatnaambordjes te letten. Meestal zien we in alle snelheid alleen maar de straatnamen, maar kijk voor de verandering eens naar wat daar onder staat geschreven (lees blog Waldeck Piermontkade). Je komt dan veel meer te weten over de geschiedenis van Den Haag en Nederland.
Op de Soestdijksekade bij het Loenenseplein zag ik op de stoep van het plantsoen ‘start’ staan.
Een tegel legde uit dat je hier een rondje estafette kunt lopen.
Misschien leuk voor hardloopgroepen? Alhoewel, er zullen weinigen zijn die hier willen trainen als je de duinen en het strand als alternatief hebt.
Ik heb in het verleden vaak bordjes en posters op ramen gefotografeerd over anti-honden campagnes. Maar deze poster kende ik nog niet:
Tja.
Uiteindelijk kwam ik bij het Veluwseplein aan de Soestdijksekade. Daar moest de schildering zijn.
Ik heb drie keer een rondje gelopen, ben in alle zijstraten geweest, heb over het water gekeken, ben teruggelopen, heb gezeten om rond te kijken, maar ik kon het niet vinden. En het was te warm.
Wel zag ik een boot langskomen met een vuilnisbak in het midden.
Apart.
Ik keek naar mijn horloge. Ik kon hier niet eeuwig blijven wachten op mijn eureka moment. Tijd om naar huis te gaan.
Eenmaal thuis bekroop mij toch een onrustig gevoel. Waarom had ik de muurschildering nou niet gevonden?
Ik pakte het krantenartikel er nog eens bij. Maar het werd er niet duidelijker op. Dan maar eens googelen.
En gelukkig, daar had ik een hit. Vanaf de brug. Dat was het. Ik moest op de brug staan om het schilderij te kunnen zien.
Omdat ik er al een wandeling op had zitten en geen zin meer had om dat nog een keer te doen, pakte ik mijn fiets.
Terug naar de plek.
Bij de brug aangekomen, zette ik mijn fiets tegen een paal en begon goed om mij heen te kijken.
En jawel, daar was die. In de rechterhoek. Vlakbij de boten.
Gek dat mijn onderbewuste het toch al eerder leek te hebben gezien want die registreerde: bekend.