Ergens in de Schilderswijk aan de Jacob Catsstraat zit een klein strookje verwilderd groen.
Een vergeten stukje grond.
Tussen het gras en de struiken liggen kapotte spullen. Maar ook stenen, een plastic dinosaurus, papiertjes en honden- en kattenpoep.
Niet echt een plek waar ik zo naar toe zou gaan.
Het is plek van de gemeente. Verlaten. En ongebruikt.
Ingeklemd tussen een schutting, een muur en een stenen voetbalkooi.
Maar precies op deze plek moet ik zijn. Want. De buurttuin Stadsoase Jacob Cats in wording, kan een paar maanden niet open. Hij wordt verbouwd.
Dus moest er een alternatief komen. En toen kwamen we bij dit strookje niemandsland uit.
Alle bakken met plantjes en groenten werden door een tractor naar dit stukje niemandsland versleept en neergezet tussen al het onkruid en de verwilderde struiken. Voor even. Totdat de Stadsoase klaar is.
Vandaag ben ik daar ook. Om te helpen met het verzorgen van de moestuintjes in de bakken.
Maar er is bijna niemand. Er is ook niet zoveel te doen. Maar na een paar uurtjes komen er dan gelukkig toch wat mensen langs.
Onder andere een Turkse en een Marrokkaanse vrouw.
Ze weten van alles te vertellen over het onkruid wat daar groeit.
De Turkse vrouw wijst een groen plantje aan. Wat ik er in mijn onkruidwoede bijna had uitgerukt.
“Weet je wat dat is?”
“Nee,” zeg ik en kijk haar verbaast aan.
“Ik weet niet hoe dat heet,” vervolgt ze. Maar je kan daar een heerlijk eigerecht van maken. Je bakt een uitje. Snijdt dit plantje in kleine stukjes en bakt het even mee met de ui. Dan doe je de eieren erbij. En klaar is het.”
Ze begint meteen driftig wat plantjes voor mij te plukken zodat ik het zelf kan gaan proberen.
De Marrokaanse vrouw zegt: “Dit is mooi, wij van elkaar leren. Kijk.” En ze wijst een ander groen bosje aan (ik kan het onkruid niet van elkaar scheiden moet ik eerlijk bekennen). “Deze gebruikten we in Marrokko voor het eten.”
“En deze,” nu buigt ze naar beneden, “is goed voor je buik.
In Marokko at ik heel veel groen. Gezond. Alles plukte ik in de natuur. Hier eet ik alleen maar brood en kaas. Dat is niet goed. Niet goed voor mijn lichaam. Ik wil weer gezond gaan eten. Ik ben zo blij dat jullie een tuin gaan maken. Ik wil graag meedoen.”