Ik sta voor een garagedeur. En staar naar wat onbegrijpelijke tekens. Wat zou de bedoeling hiervan zijn?
De NPO wandelt met mij mee
Kolossen staren mij aan, wat doe jij hier? In deze wijk?
Ik kijk naar de wijk. Ik zit fout. Fout tijdstip, foute plek. Ik kijk met andere ogen. Met hun ogen. En ineens is de stad mijn stad niet meer. Ziellooos en mensloos kijken de straten mij aan. En de camera met mij.
Nooit geweten
Nooit geweten dat hij zo dichtbij heeft gewoond.
Nooit geweten dat we bijna buren waren.