Al vanaf het begin van de afbraak van de kerk (zie blog: Sacramentskerk), staat er een auto voor de deur geparkeerd die van niemand blijkt te zijn. De hekken zijn er omheen geplaatst. De grond is opengebroken. Maar nog steeds heeft de eigenaar zich niet gemeld.
Eerst was deze plek een openbare weg. Met parkeerplaatsen. Maar dat is niet meer.
Het is nu een maand later en nog steeds staat dat rode autootje met stickers daar.
Achter de ruitenwissers prijkt een kartonnetje. Waarschijnlijk met de mededeling deze auto te verwijderen.
Hoe zouden ze dat gedaan hebben? De weg onder de auto openmaken.
Ik kijk op google of ik de eigenaar kan vinden. Maar dat lukt niet. Wel kan ik zien dat de auto een APK nodig heeft. In november.
Zou de eigenaar voor een paar maanden op vakantie zijn?
Of, is het een gestolen auto?
Twee buitenlands uitziende mannen zijn bezig met de weg naast de auto. Ik ken hen niet. Ik benaderde ze.
De motor van de traktor gaat uit.
“Weten jullie van wie deze auto is,” vraag ik hen?
“Auto van jou,” vragen zij?
“Nee, hij is niet van mij. Maar weten jullie van wie die wel is?”
”Hebben opdracht gekregen dicht gooien.”
“Wat zeggen jullie?”
”Wij moeten deze straat weer dichtmaken Vandaag klaar.”
“En dan,” vraag ik?
Meteen ben ik weer terug bij het onderwerp van de dag.
“Ik weet niet, ik weet niet. Alleen deze opdracht gekregen. Maar ik heb gisteren wel gehoord dat de kerk wordt gesloopt.
“Wanneer?” vraag ik met verstikte stem.
“Wanneer niet weten.”
De motor word weer gestart. Er moet worden doorgewerkt.
Dan morgen maar weer kijken of de kerk er nog staat.
Niemand schijnt te weten hoe het precies zit.
Maandenlang, elke dag opnieuw stel ik weer die vraag.
En dan loop ik terug naar huis.