Ik loop over van indrukken en verrassingen die ik met jullie wil delen. Waarschijnlijk zal ik het moeten opsplitsen in verschillende onderwerpen en verschillende blogs. Want anders wordt het te onoverzichtelijk. Gek, dat je soms bijna niks ziet en dan een andere keer weer overspoelt wordt door beelden.
Goed. Nu de blog.
Als ik mensen zou vragen, wandel je wel eens in het Laakkwartier zou het gros van mijn vrienden antwoorden: waarom zou ik. Dat zou ook mijn antwoord zijn geweest.
Maar omdat ik dit keer een doel had, de Galgenmolen bezoeken waar ik morgen over zal vertellen, ging ik hier toch aan de wandel.
Omdat ik niet zoveel zin had in sombere flats besloot ik langs het water te lopen.
Dit water, een hele lange sloot, De Laak, bleek ik via een schelpenpad, overgroeit met groen te kunnen volgen. Evenwijdig aan de Laakweg en Laakkade.
Het was vreemd om van een drukke doorgaande weg, de Neherkade een pad in te slaan en omgeven te worden door groen, stilte en water. Met een sloot die zo lang was zodat ik eindeloos kon blijven lopen.
De sloot Laak is een hele oude veenstroom die door Den Haag loopt. Via de Laak werd het water vroeger afgevoerd richting de Haagvliet (ook wel Trekvliet genoemd). Deze bevindt zich aan het einde van de Laak waar ook een molen staat die zich vroeger met de waterhuishouding bezig hield. Maar daarover morgen meer. De wijk rond de Laak heet het Laakkwartier.
Het Laakkwartier kende ik eigenlijk alleen vanuit de auto waar ik af en toe met hoge snelheid doorheen denderde op weg naar een andere bestemming.
Omdat ik nu op weg was naar de molen en mij niet teveel mocht laten leiden door spontane invallen want dat zou teveel tijd kosten, besloot ik bij het water te blijven.
Op twee plekken heb ik toch even het pad verlaten om de buurt te bekijken. Ik ben te nieuwsgierig.
Dit was mijn eerste uitstapje: Grote beelden gespoten op hoge flats op de Laakweg, Street Art.
Wat een verrassing. En wat kleurig. En dan deze:
Ook al zo kunstig.
Wat later stak ik via een bruggetje de sloot over om daar even een kijkje te nemen. Ik liep een kade op. De Noordpolderkade. En wat zag ik daar?? De verrassing van de dag.
Een reuze theepot met een reuze stoel. Ik denk dat deze theepot zeker wel vijf meter hoog was.
Vol adrenaline liep ik terug naar het schelpenpad. Dit beeld moest iedereen zien. Wat geniaal.
Terwijl ik al mijmerend mijn weg tussen de planten vervolgde hoorde ik ineens een geritsel vlakbij mij. Ik schrok want verder was het stil. Ik keek naar links waar het geluid vandaan kwam. Daar zag ik een hele magere vrouw met een paars ’t shirt en een flanellen bloemetjes broek gehurkt in het gras zitten met een spuit en plastic trechters. Even dacht ik het op een rennen te zetten. Zou ze mij aanvallen? Had ik haar territorium betreden?
Ik keek haar sluiks aan. Ik verwachtte dat ze mij zou negeren en door zou gaan met haar stiekeme handelingen. Ik zei haar toch maar gedag om de spanning te doorbreken en tot mijn verrassing begroette zij mij met een normale stem en een normale blik. Ik had haar aangekeken alsof zij een bovenaards wezen was. Maar hier zat een normaal mens, met en normale stem. Alleen veel te mager en met vreemde spullen om haar heen. Ik liep door. De sereniteit van de sloot was iets veranderd door dit tafereel.
Gelukkig was de sloot zo lang dat ik het ook weer kon vergeten.
Maar dit bordje ‘alcohol verboden’ deed mij toch weer aarzelen. Misschien toch een wat problematische buurt?