Rustige plekken zoeken. Dat is vandaag mijn doel. Niet om mensen te ontwijken, maar om opnames te maken. Opnames van vogels.
En de beste plek daarvoor lijken mij de duinen.
Maar dat blijkt helaas toch niet helemaal waar. Want op de meest stille plekken word ik ingehaald door hardlopers en wandelaars
Waarom zijn er ineens zoveel hardlopers? En wandelaars? En zelfs mensen in pak?
Deze laatste groep heeft zelfs een geavanceerde telefoon in de hand.
En zijn druk aan het praten of overleggen met personen aan de andere kant van de lijn.
Ik noem het maar wandelvergaderen.
“De kogel is door de kerk,” zegt een man bijvoorbeeld die mij passeert. “Per één april is het klaar.”
Stilte.
Ik hoor zijn voetstappen langskomen. Hij heeft de speaker gelukkig niet aangezet.
Wat zou hij bedoelen?
“Het was eerst nog niet helemaal duidelijk,” vervolgt hij.
Stilte.
Aha. Onduidelijkheid, ook bij hem.
En dan is hij plotseling uit mijn zicht verdwenen. Ik weet niet hoe het verder zal aflopen.
Ik kijk maar omhoog. Naar de blauwe lucht die mooi kleurt bij nu nog dorre natuur.
En ga naar links. Naar een wat breder pad.
Daar staat een vuilnisbak met een grappige poster.
Ook hier zijn mensen.
Wandelaars met rugzak en camera, klaar om foto’s te maken van de meest unieke momenten.
Zoiets als ik zelf dus.
Soms staan ze stil en kijken naar een plantje. Of naar de lucht om een vogel te spotten.
Zoals deze jonge vrouw.
Zij tuurt op haar schermpje. En ik kan er niet langs als ik de geadviseerde afstand moet bewaren.
Ik luister naar de geluiden om mij heen. Naast het geluid van voetstappen blijf ik ruis van auto’s op de achtergrond horen. Zelfs op deze half autoloze Corona-dagen. En kinderen schreeuwen er op los. De enkele vogel die er is verdwijnt ook snel weer.
Achter mij nadert een auto van de gemeente. Op het bospad. Hé, hier mogen toch geen auto’s rijden? Het geluid van de motor wordt steeds sterker.
Ik ga snel een ander pad in.
Daar is het iets stiller, maar als ik wil oversteken passeren twee jonge hardlopers mij. De geluidsopname laat ik dan maar zitten.
Ik kijk nog wat beter naar de jonge hardlopers.
Het is de eerste keer dat ik tieners afstand tot elkaar zie bewaren. Ze zijn geconcentreerd. En lopen snel. Ze hebben een zweetbandje om hun voorhoofd.
Ook fietsers die mij nu passeren houden afstand.
Goh, dat was tot een paar dagen geleden toch nog heel anders.