Den Haag is echt de stad van de verborgen plekjes. Als je niet beter zou weten zou je denken dat het een wat statige, kille afstandelijke politieke stad is. Een enorm verschil met het levendige Utrecht waar ik jarenlang gewoond hebt. Utrecht kent vele pittoreske winkeltjes met gezellige grachten en veel mooi gelegen terrassen. Niks van dat alles hier in Den Haag.
Maar ik heb na 16 jaar geleerd dat je daar in deze stad wat meer naar moet zoeken.
Er blijken namelijk ook hier prachtige plekken te zijn. ‘Haagse Bluf’ is bijvoorbeeld zo’n plek.
Zo liep ik op een maandagmorgen door de winkelstraat (Vlamingstraat). Ik was opzoek naar een sfeervolle plek maar zag alleen maar hoge moderne winkelketens in een smalle donkere straat.
Al snel overviel mij het gevoel dat ik hier niet goed zat. Ik zag een inham met een gang waarbij ‘Haagse Bluf’ stond. Het was niet erg duidelijk. Het leek weinig aantrekkelijk op het eerste gezicht, een smoezelig donker halletje. Maar ik wou de winkelstraat uit en besloot er toch maar even in te gaan. En toen overviel mij iets bijzonders. Opeens was het stil. Een oase van rust. Met een prachtig uitzicht.
Ik waande mij in Parijs-achtig sferen. Een verscholen pleintje met vogels die ik hoorde kwetteren omsloten door chique winkels met oude gevels. Met helemaal achterin een koffie- en theewinkel met terras. Wat een contrast met die donkere luidruchtige winkelstraat.
Ik liep naar de koffiewinkel en ging even naar binnen. Een leuk sfeervol winkeltje. Met vele soorten koffie en verrukkelijke zoetigheden. In de etalage zag ik de meest prachtige koffiezetapparaten die te koop waren. De eigenaresse wist er van alles over te vertellen. Ook vertelde ze mij dat ze hier nu al 17 jaar zitten.
Maar de echte aanrader is om op het terrasje te gaan zitten (wat bijna altijd zonnig is) en om je heen te kijken.
Een koffie, een krantje, een zonnetje en je ochtend is weer compleet.