“Doodzonde is het,”zegt een vrouw die mij passeert terwijl ik foto’s aan het nemen ben.
“En dan komen er van die oerlelijke hoge gebouwen voor in de plaats!
Het komt allemaal door die man in de politiek. Hoe heet hij nou ook alweer? Die lange?
Gelukkig is mijn bakkertje nog wel open.”
Ik kijk naar een paar treurige winkeltjes die hun deuren hebben geopend voor de nog paar vaste klanten van ‘oud’ Kijkduin.
Ze zijn klaar om te vertrekken. Om plaats te maken voor ‘Nieuw Kijkduin’ zoals het gaat heten. Een wijk met luxe flats en een modern hip winkelcentrum.
De jeugd komt. De ouderen trekken weg.
Maar waar moeten zij dan naar toe?
Ik moet denken aan de oude vrouw waar ik een tijd geleden over heb geschreven. Elke dag zat ze in het restaurant Marmaris aan de boulevard met haar boekje en kop koffie. Altijd op dezelfde plek, aan haar vaste tafeltje. Ze kende iedereen. Zelfs haar verjaardag vierde ze daar (lees Ons kent Ons). Maar nu is Marmaris weg.
Alle restaurants zijn afgebroken.
Waar moet deze vrouw naar toe? Is er nog wel plek voor negentig jarigen? Kan je op die leeftijd nog wel iets nieuws opbouwen?
“Alles gaat de verkeerde kant op,” zegt de vrouw. “Door die lange. De haven in Scheveningen is ook al door hem verpest. Nou heb ik helmaal geen plek meer om naar toe te gaan.”
Daar heb je het al, helemaal geen plek meer om naar toe te gaan, denk ik.
Ik kijk naar dit reusachtig gebouw. Donker en groot staat hij voor me. Onaf.
Dit woningcomplex heeft mooie ronde vormen. Zeker. Als dit gebouw hier alleen zou staan zou ik het waarschijnlijk een mooi ontwerp hebben gevonden. Maar nu ik weet dat het een van de vele hoge flats gaat worden vind ik het niet zo leuk meer.
En dat terwijl Kijkduin altijd een ruime lichte plek met voornamelijk laagbouw is geweest.
“Nu wordt het net als Scheveningen,” zegt de vrouw. “Niks an.”