Het liefst wandel ik overal naar toe om een gevoel van afstand te ontwikkelen. Maar de plek waar ik nu naar toe ga is wel wat ver.
Na zeven kilometer gelopen te hebben arriveer ik dan eindelijk bij een groen ijzeren bruggetje. Achter het bruggetje ligt een rustige straat. Het Trekvlietplein. Dat is de straat die ik zoek.
De straat ligt in de Binckhorst. De Binckhorst is een wijk in Den Haag die bekend staat als een rommelige en ongezellige buurt vol bedrijven. Maar van dat imago wille ze af.
Ze zijn volop aan het bouwen en veranderen. En, met effect.
Startups, kunstenaars, milieuactivisten, bierbrouwers, veganisten en anti-plastic bewegingen trekken massaal naar de Binckhorst. Binckhorst wordt hip.
Maar op het Trekvlietplein nog niet.
Bij het water staan een paar woonhuizen. Statige huizen die een nette en welvarende indruk maken.
Maar hoe verder ik de straat in ga hoe slechter de huizen en de straat er aan toe zijn. Grote machines, braakliggende grond, bouwhekken, scheve betonnen wanden, terreinen vol troep. Hier wil je niet zijn.
Het is verlaten in de straat. De stilte en de serene rust die ik bij het water ervoer wordt grimmig. De lucht dreigend.
Een mooi scenario voor een crimi lijkt me. Verval en leegte met een enkele passant. Met aan het einde een uitgebrand huisje.
Maar daarvoor kom ik hier niet. Het gaat niet om deze straat. Niet om zijn uitstraling. Niet om de verandering. Nee. Er is hier iets anders aan de hand.
Kunstenaars vanuit heel Nederland zijn naar deze straat toe gekomen om iets bijzonders te doen.
Ze willen een man eren die als een van de eersten graffitikunst op foto’s vastlegde en tot kunst verhief.
Het gaat om de straatfotograaf Akbar Simonse.
Op deze krakkemikkig kale kapotte nietszeggende futloze betonnen wand van zeker honderd meter lang hebben zij kunst gemaakt.
Een hoeveelheid aan kleuren, vormen en teksten komt mij tegenmoet.
Allemaal eigen individuele werken, achtergelaten voor en over Akbar.
Ineens voel ik een diep ontzag voor deze sigaar rokende man die zoveel heeft betekend voor velen.
Ik heb het gevoel iets bijzonders mee te maken. Een openbaar museum, opgericht voor één man. Een man die ziek is.
Weinigen zullen hier lopen. Maar Akbar Simonse is hier geweest. Hij heeft al deze kunstwerken gezien.
ineens besef ik mij dat deze muur zal worden afgebroken. Dat deze werken ooit niet meer zullen bestaan. Ik begin met klikken. En neem zoveel mogelijk kiekjes met mijn telefoon. Iemand moet dit toch vastleggen? Dit kan toch niet zomaar verdwijnen?
Of is dat het lot van graffiti kunst? Is dat het lot van Akbar Simonse? Voor even belangrijk zijn? Niet meer dan een snapshot zijn?
Ik loop verder. Er moet nog een tunnel zijn die zijn naam draagt.
Maar ik kan die tunnel niet vinden. Een uur lang loop en zoek ik in alle hoeken en gaten van de Binckhorst. Maar nergens is de tunnel. Helaas.
Graffiti wordt vaak geassocieerd met slechte buurten. Niet voor niets worden naar bier en pis ruikende tunnels vaak ondergespoten.
Maar sinds ik ben begonnen met wandelen en bloggen is het mij duidelijk geworden dat er echte graffiti kunst bestaat. Street Art wordt dat in Den Haag genoemd. Urban Art door vele anderen.
Beelden, objecten, vormen, gezichten, personen worden tot in de details uitgewerkt. De gelijkenis is vaak verbluffend.
Maar het blijft officieel verboden.
In Segbroek is nu een heuse Street Art route die je kan volgen. Nietszeggende transformatorhuisjes zijn veranderd in kunstobjecten.
Hier kan je kennis maken met de rijkdom aan mogelijkheden die deze kunstvorm te bieden heeft.
Ook in het oude Kijkduin wat ze aan het afbreken zijn is tijdelijk een openbaar Street Art museum ingericht. Helaas wordt dat in september afgebroken. En dan is de kunst daar ook weg.
Ik passeer een tunnel waar je legaal mag oefenen met graffiti. Een soort openbare werkplaats. Waar fietsers in sneltempo langs mij heen suizen. Maar hier zie ik geen Akbar staan.
Waar is die verdomde tunnel nou?