Ik had de meest spectaculaire vergezichten op het strand gemist tijdens storm Ciara. Dus zie ik vandaag mijn kans schoon met storm Dennis.
Al dagen weet ik van Dennis. Overal is het te volgen op het nieuws. Dennis zou flink worden, maar niet zo erg als Ciara.
Aangezien ik Ciara ook al vond meevallen, zal het wandelen waarschijnlijk geen probleem zijn.
Met mijn rugtas, telefoon en laptop bij mij loop ik via de Houtrustweg (Duindorp) naar het zuidelijk Havenhoofd, of ook wel de ‘lange pier van de vissers’ genoemd (door mij).
Ik passeer de Bosjes van Poot. Daar zijn een paar bomen omgewaaid. Maar niet hele grote.
Op de Houtrustweg wordt nog steeds volop gebouwd. Hoge moderne gebouwen komen daar waar ooit lege vlakten, loodsen en parkeerplekken waren.
Ruimte maakt plaats voor verdichting.
Maar met de lichte, beige, zandachtige kleuren stralen de gebouwen een bepaalde rust uit.
Vroeger woonden hier bijna alleen maar arbeiders en minima. In deze luxe appartementen zal weinig plaats meer zijn voor deze groepen.
De bakfietsen groeien in aantal, de trendy café’s vinden hun weg en het aangrenzende nieuwe havengebied met zijn chique café’s doet er nog een schepje bovenop.
Voordat ik naar de lange pier loop wil ik eerst even naar het strand om te kijken hoe het strand er bijstaat met deze storm.
Al bij mijn eerste stap slaat het zand hard in mijn gezicht en is de lens van mijn telefoon bedekt. Ik kan mij staande houden maar mijn schoenen zijn in een mum van tijd doorweekt.
Aangezien de zee weinig spectaculair is besluit ik snel naar de pier te gaan.
Bij de pier staat een klein huisje, een keet eigenlijk, waar altijd een groepje mannen zitten. Ik vraag mij al jaren af wie dat zijn en wat ze daar doen. Ze hebben een prachtig uitzicht over de zee. Ik zou daar ook wel willen zitten.
Als ik de pier op loop zie ik dat het hek gesloten is. Dat is jammer. Maar ik zie wel het zand over de pier heen vliegen. Dat ziet er mooi uit. Ik blijf een tijdje kijken naar dit tafereel.
Maar dan begint het te regenen. Dat wordt me wat teveel.
Ik loop terug en ga naar trendy café ‘Green Olive’. Vroeger was er helemaal niks hier. Nu gelukkig wel.
Helaas.
Op zondagochtend zijn ze dicht.
Ik loop verder want daar zie ik een ander café, Live Petit Café. Gelukkig is de deur daar wel open.
Ik ga zitten en doe mijn zeiknatte jas uit. Mijn schoenen knarsen van het zand. Mijn rugtas krijg ik niet meer open.
De zithoek ziet er leuk uit. Maar vreemd genoeg is er geen personeel.
Als ik roep verschijnt er een jonge gespierde vrouw.
“We zijn eigenlijk dicht,” zegt ze.
O jee, denk ik, wat moet ik nu?
“Maar als u zegt wat u wil drinken en meteen afrekent kan ik wat voor u beteken.”
“Dat is fijn,” zeg ik.
Ze maakt mijn drankje en legt uit dat dit café onderdeel is van een fitnessschool waar ze nu zo een uur les gaat geven.
Vreemd, want op de deur staat toch duidelijk dat het café om acht uur open gaat.
Als ze weg is komen er twee Engelsen binnen. Ze doen hun jas uit en gaan zitten. Ze kijken verlekkerd op de kaart. Ze hebben honger en willen English Breakfast. Je kan hier namelijk ook eten.
Maar als ik ze zie wachten, vertel ik ze toch maar dat ze even moeten vragen bij de sportzaal of ze kunnen bestellen.
Als ze terugkomen pakken ze hun spullen en verdwijnen.
Storm Dennis raast verder, maar ik zit lekker binnen.