Wat een dag!
Om half tien stond ik voor het hek. Met drie thermosflessen thee in mijn fietstas en werkkleding aan. Om tien uur zou het beginnen. De nationale vrijwilligersdag. In onze buurttuin. In wording.
Ik kijk naar binnen. Er staat een enorme container. Daar gaan vandaag alle stenen in.
Ik rammel aan het hek.
Het hek zit dicht.
Ik bel aan bij de vrouw die altijd het hek open doet.
Stilte.
Ik bel nog een keer.
Is ze niet thuis?
Of druk ik toch weer op de verkeerde bel?
Ik stuur een appje aan de app-groep.
En gelukkig.
Na vijf minuten komt er een buurtbewoonster. Met een sleutel. Ze heeft mijn appje gelezen.
Ik ben blij. En loop naar binnen.
Het is een zonnige dag. Wat een geluk. Na zoveel regen gisteren.
Er is nog niemand.
Ik zet mijn tas neer naast de vuilnisbakken.
En zet de kruiwagens klaar.
Daarna doe ik de kist met handschoenen open. Maar makkelijk is dat niet. Want er zit een cijferslot op. En de cijfertjes zitten muurvast. Misschien moet er wat WD 40 op?
Om tien uur komen de eersten binnen druppelen. Ik leg samen met een andere buurtbewoonster de tuinhandschoenen op de picknicktafels.
En de thermoskannen.
Zij heeft naast de koffie ook kartonnen bekertjes meegenomen. We leggen er een stift naast. Dan kan iedereen zijn naam op het bekertje schrijven. Dat scheelt weer een bekertje.
Ondertussen staart de enorme rij stenen mij glimlachend aan. Ik zal blij zijn als die weg is.
Na tien minuten komt er een grote groep mensen binnen. Ze hebben allemaal iets groens op hun jasje. Er staat wat op. Ik kijk. En lees.
De Partij voor de Dieren.
Goh, dat is leuk.
Fijn dat ze willen meehelpen.
“Wat kunnen we doen?” vraagt één van hen.
“Stenen,” zeg ik.
“Stenen?” vraagt hij.
“Alle stenen van de pallets moeten in de container.”
Stilte.
Hij kijkt me geschokt aan.
“Alle…van al die pallets?”
“Ja.”
“Hoe kunnen we dat doen?”
“Er staan een paar kruiwagens en karretjes. Daar kunnen jullie de stenen opstapelen. En dan moeten ze geleegd worden in de container.”
“Oké!”
En met z’n allen stormen ze op de kruiwagens af.
Het wordt al snel een ongeordende kluwen aan mensen.
En er komen steeds meer mensen bij. Omwonenden die hier nog nooit zijn geweest. En andere vrijwilligers.
Iemand roept dat we beter een rij kunnen maken. Zodat we de tegels één voor één kunnen doorgeven. Want de tegels zijn erg zwaar.
En inderdaad, als een geoliede machine gaan de tegels dan één voor één naar de container.
De kleinere stenen worden door individuele mensen in kruiwagens gedaan en in de container geleegd.
De man die in de container staat wil de stenen rustig stapelen.
Maar daar is geen tijd voor. Want iedereen gooit in een rap tempo stenen in de container.
De stapel lege pallets groeit.
Het is zwaar werk. Dus af en toe moeten we even pauze houden. Met koffie en thee.
Een vrouw met een hondje en een man in een scootmobiel zijn met elkaar in gesprek.
Een buurtbewoonster met een blauwe jas en zonnebril laat trots haar wormen zien die ze in de compost heeft gevonden.
“We hebben maar zeven wormen in de hele compost gedaan,” zegt ze. “Mot je kijken hoeveel het er nu zijn!!”
De hond kijkt ook geïnteresseerd.
Dan is het tijd voor een lunchpauze.
Een buurtbewoonster heeft een enorme pan soep gemaakt en broodjes. Ik loop naar binnen om te kijken hoe het daar mee gaat. Ze heeft een grote pan Indische groentesoep met balletjes klaar staan. En een klein pannetje soep zonder vlees.
Ik denk al die mensen van de Partij van de Dieren.
O jé.
Die zullen vast geen vlees eten.
Wat nu?
“Hebben we wel genoeg voor de vegetariërs?” vraag ik.
“Geen probleem hoor,” zegt ze. “Dan maak ik gewoon nog wat extra vegetarische soep.”
En in een mum van tijd is het klaar.
En kunnen we lunchen.
Lekker in het zonnetje schuiven we aan bij de lange tafels. En lepelen we dankbaar de heerlijke soep naar binnen.
Na de soep drinken we nog een kopje koffie en dan is het weer tijd om verder te gaan.
Maar…
Dan.
Hm.
De container is vol.
O, nee!
Nog niet eens een vierde van al die stenen zijn weg.
Er wordt een nieuwe container geregeld maar die kan pas volgende week zaterdag komen.
“Wat kunnen we nu doen?” vraagt iemand dan aan mij.
Schijnbaar moet ik dat weten.
Ik denk kortsachtig na. Want al die mensen kunnen bergen werk verzetten. En dat willen ze ook.
“Er moeten nog stenen uit,” zeg ik.
Maar…uhm…
Met een zucht pakken we de lege pallets om ze opnieuw te vullen met stenen. Maar nu zetten we ze maar vlakbij de container.
We bakenen een stuk af.
En dan beginnen we.
Voordat we het weten zijn alle stenen er uit. Wat een tempo. Als je met zoveel mensen tegelijk aan de gang bent.
Om één uur is alles gedaan en wordt er nog wat nagepraat.
Een vrouw uit de Bloemenwijk zegt dat ze in haar wijk ook wel zo’n tuin zou willen.
“Maar het is bij jullie al heel groen,” zeg ik.
“Ja, maar zo’n buurttuin hebben we daar nog niet.”
“Het is natuurlijk ook een ontmoetingsplek,” zeg ik.
“Ja precies,” beaamt ze.
En dan druppelt iedereen langzaam weg.
Ik heb nog een gesprek met een bewoner die aan het plein woont. Ik heb hem nog nooit gezien. Hij heeft in de bouw gezeten.
Maar nu verbouwt hij al sinds jaren pepers en paprika. En zet hij kassen in elkaar. Hij wil graag wat peperplanten aan ons geven.
Hij vertelt hoe je makkelijk zelf pepers kan kweken.
“Je haalt het zaadje uit een peper. Die wikkel je in wat wc papier. Dat maak je nat en stop je in een potje met gaten.
Na een paar weken zie je witte puntjes opkomen. Die kan je dan in de aarde zetten. En dan is het een kwestie van genoeg water geven.”
“Goh, dat klinkt niet moeilijk,”zeg ik. En ik zie in gedachten al wat gegrilde pepers op mijn bordje liggen.
“En de pepers worden heter als ze gestrest raken,” gaat hij verder. “Als je ze aanraakt worden ze gestrest.”
“Bizar,” zeg ik.
Iemand van het weeshuis komt even tussendoor en vraagt of we zijn kiezelstenen kunnen gebruiken.
“Ik weet het niet,” zeg ik. “Maar er zal vast iemand zijn die hier een idee over heeft.”
Een andere buurtbewoner zegt dat hij zijn grijze kruiwagen aan de Jacob Cats tuin wil schenken. In bruikleen.
Wat een geschenken. En dat op z’n mooie dag. Met zoveel mensen.
Vond je deze blog leuk? En wil je graag op hoogte blijven van mijn nieuwste blogs?
Dat kan je je gratis abonneren.
Leuk verhaal Barbara, vooral omdat er ook was